Zenuwstelsel 1 GL

Vandaag 
OP TAFEL:  Mobiel omgekeerd op je tafel
                      Bioboek/agenda en pen op tafel

- Toets in agenda: woensdag 8-6, 
            3e uur: bio toets geleerd blz 76 tm 130 (139 tm 142)
             -    Hw nakijken:  blz 95 tm 98  : opdr 1 tm 6  
                - BS 4 "Zenuwstelsel"-> lessonUp
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vandaag 
OP TAFEL:  Mobiel omgekeerd op je tafel
                      Bioboek/agenda en pen op tafel

- Toets in agenda: woensdag 8-6, 
            3e uur: bio toets geleerd blz 76 tm 130 (139 tm 142)
             -    Hw nakijken:  blz 95 tm 98  : opdr 1 tm 6  
                - BS 4 "Zenuwstelsel"-> lessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Zenuwstelsel bs 4 
                                                       

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis
Zintuigen --> waarnemen van de buitenwereld.

prikkel--> zintuig-------(impuls)-----> hersenen

In de hersenen vindt de waarneming plaats

Slide 3 - Tekstslide

Welke van de onderstaande voorbeelden zijn prikkels voor zintuigen?
A
Licht, proeven, huid
B
neus, tong, huid
C
Geluid, druk, smaak
D
horen, voelen, proeven

Slide 4 - Quizvraag

De bal komt tegen de man zijn hoofd. Door het zenuwstelsel voelt hij wat er gebeurt. Wat is de juiste route?
A
Prikkel bij zintuigcellen - hersenen - zenuwen.
B
Hersenen - zenuwen - prikkel bij zintuigcellen
C
Zenuwen - prikkel bij zintuigcellen - zenuwen
D
Prikkel bij zintuigcellen - zenuwen - hersenen

Slide 5 - Quizvraag

Welk onderdeel van je huid zorgt ervoor dat je huid/haar een beetje vettig is?
A
Zweetklier
B
Talgklier
C
Porie
D
Onderhuids bindweefsel

Slide 6 - Quizvraag

De huid:

De huid bestaat uit verschillende onderdelen. In welk deel liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid

Slide 7 - Quizvraag

In welk onderdeel van het oor wordt van de prikkel een impuls gemaakt?
A
Het slakkenhuis
B
De oorschelp
C
De gehoorbeentjes
D
Het trommelvlies

Slide 8 - Quizvraag

Welk onderdeel zorgt ervoor dat de druk buiten je oor en binnen in je oor even groot is?
A
Trommelvlies
B
Slakkenhuis
C
Buis van Eustachius
D
Gehoorgang

Slide 9 - Quizvraag

Hersenen en zintuigen
Je hebt je hersenen nodig om na te denken en je zintuigen om te weten wat er om je heen gebeurd.

Prikkel-> zintug-> Impuls -> zenuwen -> hersenen


Slide 10 - Tekstslide

(Centrale) zenuwstelsel
- Het centrale zenuwstelsel bestaat dus uit: 
hersenen en het ruggenmerg.

- Het zenuwstelsel bestaat uit het: 
centrale zenuwstelsel en de zenuwen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

2 functies zenuwstelsel: 
1. Verwerken de impulsen die van de zintuigen afkomen

       Prikkel-zintuig-impuls-zenuwen-hersenen
2.Regelen van de werking van spieren en klieren
     Hersenen –impuls-spieren en klieren -> je reageert!

(Klieren zijn organen die een bepaalde stof produceren, bijvoorbeeld zweetklieren, talgklieren en speekselklieren)




Slide 14 - Tekstslide

Dus: 
Hersenen verwerken impulsen van zintuigen

EN
 geven zelf impulsen af naar spieren en klieren 

Slide 15 - Tekstslide

Wat heb je onthouden???
Geeft niet als je het (nog) niet weet:
alles is terug te lezen in je bio boek!!!!

Slide 16 - Tekstslide

Welke onderdelen horen bij:
Centrale zenuwstelsel
Zenuwstelsel
zenuwen
Hersenen
Hersenen
ruggenmerg
Ruggenmerg

Slide 17 - Sleepvraag

Wat is de functie van de grote hersenen?
A
Bewegingen coördineren
B
Bewust worden van waarnemingen
C
Impulsen geleiden naar kleine hersenen en de hersenstam
D
regelt hartslag, ademhaling, bloeddruk en lichaamstemperatuur

Slide 18 - Quizvraag

Michelle zegt: 'Het zenuwstelsel verwerkt signalen die afkomstig zijn uit zintuigen.'
Manal zegt: 'Het zenuwstelsel regelt de werking van spieren.'
A
Alleen Michelle heeft gelijk
B
Alleen Manal heeft gelijk
C
Geen van beiden hebben gelijk
D
Beiden hebben gelijk

Slide 19 - Quizvraag

Waar in het zenuwstelsel worden impulsen verwerkt?
A
Kleine hersenen
B
Hersenstam
C
Grote hersenen
D
Ruggenmerg

Slide 20 - Quizvraag

Wat hoort er bij het centrale zenuwstelsel?
A
Hersenen en zenuwen
B
Hersenen en ruggenmerg
C
Zenuwen en ruggenwervels
D
Zenuwen en ruggenmerg

Slide 21 - Quizvraag

Waar worden impulsen verwerkt?
A
Zintuigen
B
Zenuwen
C
Hersenen
D
Ruggenmerg

Slide 22 - Quizvraag

Waar in het zenuwstelsel worden impulsen verwerkt?
A
Kleine hersenen
B
Hersenstam
C
Grote hersenen
D
Ruggenmerg

Slide 23 - Quizvraag

Welke prikkel hoort bij het zintuig?
licht
geluid
geur
druk/tast
smaak
oog
oor
huid
neus
tong

Slide 24 - Sleepvraag

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Het zenuwstelsel bestaat uit:
A
bloedvaten, de hersenen, het ruggenmerg
B
bloedvaten, de wervelkolom, zenuwen
C
de wervelkolom, de hersenen, het ruggenmerg
D
zenuwen, de hersenen, het ruggenmerg

Slide 26 - Quizvraag

Een prikkel is?
A
een elektrisch stroompje
B
invloed uit de omgeving wat een zintuig inkomt
C
een invoed uit de omgeving wat in je hersenen binnenkomt
D
Dat maken de zintuigen en sturen dat naar de hersens

Slide 27 - Quizvraag

Een impuls is?
A
een elektrisch stroompje
B
een berichtje uit je omgeving
C
een invoed uit de omgeving wat in je hersenen binnenkomt
D
invloed uit de omgeving wat een zintuig inkomt

Slide 28 - Quizvraag

Als je het warm hebt, geven de hersenen impulsen af aan je zweetklieren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

en herhaling van de vorige basisstoffen.......

Slide 30 - Tekstslide

Een impuls is een invloed uit het milieu wat een zintuig ingaat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Geluid is een voorbeeld van een prikkel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Licht is de prikkel voor je oren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

is "proeven" een prikkel, een impuls, een waarneming of een zintuig?
A
Prikkel
B
Impuls
C
Waarneming
D
Zintuig

Slide 34 - Quizvraag

Een orgaan dat van een prikkel een impuls maakt, is een:
A
Hersenen
B
Zenuw
C
Spier
D
Zintuig

Slide 35 - Quizvraag

Een invloed uit de omgeving op een organisme, gaat je zintuig in:
A
impuls
B
prikkel
C
zenuw
D
ruggenmerg

Slide 36 - Quizvraag

Een soort elektrisch signaal dat door een zenuw kan worden voortgeleid:
A
impuls
B
prikkel
C
zenuw
D
hersenen

Slide 37 - Quizvraag

Wanneer wordt je je bewust van een waarneming?
A
Als er een prikkel in je zintuig komt.
B
Als het impuls in de hersenen is verwerkt.

Slide 38 - Quizvraag

In welk onderdeel van je oor zitten de zintuigcellen?
A
Oorschelp
B
Trommelvlies
C
Slakkenhuis
D
Gehoorzenuw

Slide 39 - Quizvraag

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit

Slide 40 - Quizvraag

In welk onderdeel van het oog iliggen de zintuigcellen?
A
Hoornvlies
B
Vaatvlies
C
Netvlies
D
Harde oogvlies

Slide 41 - Quizvraag

Welk onderdeel van het oog is niet doorzichtig?
A
Harde oogvlies
B
Hoornvlies
C
Glasachtig lichaam
D
Lens

Slide 42 - Quizvraag

Dit onderdeel beschermt je oog tegen zweet.
A
Traanklieren
B
Oogkassen
C
Wenkbrauwen
D
Wimpers

Slide 43 - Quizvraag

Welk onderdeel van je oog zorgt ervoor dat je oog vochtig wordt?
A
De wenkbrauw
B
Je wimpers
C
De traanklier
D
Je ooglid

Slide 44 - Quizvraag

Welk onderdeel zorgt ervoor dat de druk buiten je oor en binnen in je oor even groot is?
A
Trommelvlies
B
Slakkenhuis
C
Buis van Eustachius
D
Gehoorgang

Slide 45 - Quizvraag

Dit onderdeel van je oor vangt geluidstrillingen op
A
oorschelp
B
oorsmeerkliertjes
C
gehoorbeentjes
D
buis van Eustachius

Slide 46 - Quizvraag

Huiswerk: 
  • hb blz 102 tm 106 / opdr 1 tm 4
  • toets in agenda:  geleerd blz 76 tm 130 (139 tm 142)

Slide 47 - Tekstslide