2021-2022 Theorie C & D (2.3)

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

wat gaan we doen?

Leerdoelenformulier

Vragen over het huiswerk?

Wat heb je al geleerd?

Wat ga je leren?

theorie C & D

Aan het werk

Afsluiting

Telefoon in de telefoontas!

H2: Verbanden

2.1 Machtsverbanden

2.2 Wortelverbanden

2.3 Exponentiele verbanden

2.4 Exponentiele verbanden en procenten

Leerdoelen-formulier

voor je!

LAPTOP in je TAS

SPULLEN op tafel

Vragen over het huiswerk?

opgave 14 bespreken

Wat heb je al geleerd?

• Wat is de volgorde van bewerkingen? (Rekenvolgorde)
• Wat moet er in een formule staan, willen we spreken van een machtsverband? En bij een wortelverband?
• Hoe ziet de grafiek van een machtsverband er uit? En van een wortelverband?
• Hoe noemen we de 3 en de 5 in 3⁵?
  

aanpak grafiek tekenen

1.  bekijk de formule -> wat voor soort grafiek hoort erbij?

2. maak een tabel met 7 punten

3. vul de waarden in in de formule

4. maak hier coördinaten van

5. teken een passend assenstelsel (indien nodig)

6. teken de coördinaten in het assenstelsel

7. teken de vloeiende kromme

machtsverband

wortelverband

Wat ga je leren?

Aan het einde van deze les:

Ik kan een exponentieel verband herkennen en uitrekenen

Ik kan een groeifactor berekenen.

Ik weet hoe ik het begingetal kan vinden.

Ik kan een exponentiele formule opstellen vanuit een tabel.

Ik kan de grafiek van een exponentieel verband tekenen.

Ik kan de toe- of afname uitrekenen in een bepaalde periode.

2.3: Exponentiele verbanden

Hoe zou je aan een formule kunnen zien of er een exponentieel verband is?

• Exponentiele formule: aantal = begingetal x groeifactor^tijd
• aantal = N                     begingetal = b
  groeifactor = g             tijd = t
• N = b ^. g^t
  

Exponentiele verbanden

Maak aantekeningen.

Kijkvragen:

1. Hoe kun je aan een tabel zien dat er exponentiele groei is?
2. Hoe bereken je de groeifactor?
   

0

2.3: Exponentiele verbanden

aantal = begingetal x groeifactor^tijd  ofwel N = b ^. g^t

• aantal = N
  begingetal = b = startgetal (in een tabel onder de 0)
• groeifactor (bij tabel) = g = Hoeveel keer groter wordt het getal onder in de tabel? 
  (bovenin moet er steeds +1 staan)
  
• tijd = t = de tijd die genoemd wordt. Let goed op de eenheid!
  

opgave 28 samen?

Huiswerk

Maak jouw leerroute van 2.3.

Maak eerst de testopgave van theorie c op blz. 83 en dan de testopgave van theorie D op blz. 88.

Kijk na en bepaal jouw leerroute.

Maak de bijpassende opgaven.

Kijk na als je klaar bent!

theorie C -> blz. 83

theorie D -> blz. 88

leerdoelen behaald?