les 1 detailhandel blz 5

Welkom Verkopers
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DetailPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom Verkopers

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

1 detailhandel blz 5 (begrippen blz 38-39)
werken in de winkel is werken in de 
DETAIL
detail  betekent klein
je koopt in kleine hoeveelheden.. 1 pak melk of 2 broden
alle winkels samen noemen we de detailhandel
en we gebruiken ook wel het woord retail

Slide 3 - Tekstslide

Handel
Handel is het kopen en verkopen van producten.

Consument
de klant die wat koopt in de winkel noemen we de consument
en als de producten dan gebruikt worden noemen we dit Consumeren

Slide 4 - Tekstslide

De Groothandel
de winkel koopt zijn producten bij de groothandel
hier zit het woordje Groot in
dus de groothandel verkoopt aan de winkel en de winkel verkoopt aan de consument!

Slide 5 - Tekstslide

Winkelsoorten, fysieke winkels
daar ga je naar toe
Er zijn veel soorten winkels
# Supermarkt
# Bouwmarkt
# Tuincentrum
# warenhuis
# speciaalzaak


Slide 6 - Tekstslide

Wat verkopen ze NIET in een tuincentrum
A
snijbloemen
B
tuingereedschap
C
slippers
D
graszaad

Slide 7 - Quizvraag

wat verkopen ze in een bouwmarkt?
A
kleding
B
verf
C
fruit
D
vis

Slide 8 - Quizvraag

winkelketen
een winkelketen heeft veel winkels, misschien zijn ze in elke stad wel te vinden. b.v. H&M
ze maken en kopen in grote hoeveelheden en die slaan ze op in distributiecentra

Slide 9 - Tekstslide

de supermarkt
meestal horen ze bij een winkelketen
ken jij er een?????

je hebt ook speciaalzaken deze verkopen vaak iets speciaals bv kaas of chocola, maar dan wel heel veel soorten van het product

Slide 10 - Tekstslide

nog meer soorten
de buurtwinkel: klein en in de buurt
een discounter: die verkoopt vooral alles voor een lage prijs
een Warenhuis: een grote winkel met heel veel soorten producten

tot hier was het huiswerk

Slide 11 - Tekstslide

les 2 blz 16 
een woonwinkel alles voor in en om het huis
een bouwmarkt: om te klussen voor in en om het huis
een Tuincentrum: alles voor in de tuin
een Outlet: ze verkopen bekende dure merken voor lage prijzen

ben je bij alle soorten wel eens geweest???

Slide 12 - Tekstslide

andere winkelsoorten (blz 19)


markt: elke week komen de koopmannen op een plek
Ambulante handel: verkopen op de weg

Slide 13 - Tekstslide

webshop
online winkelen op het internet
heel populair
waarom is het slecht voor de fysieke winkels???

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Er zijn verschillende winkels!!


# verschillende producten
# je wordt er verschillend geholpen
# prijzen zijn verschillend

Slide 17 - Tekstslide

Branche
een verzamelnaam van alle winkels die ongeveer het zelfde verkopen

Slide 18 - Tekstslide

Branche (hetzelfde assortiment)
Sommige winkels hebben hetzelfde assortiment.
Zij horen bij dezelfde Branche

Slide 19 - Tekstslide

bedieningsvormen ((blz 24)
1=zelfbediening
2=semi-zelfbediening
3=bediening

Slide 20 - Tekstslide

een voorbeeld van zelfbediening
A
bakker
B
slager
C
jumbo
D
kapper

Slide 21 - Quizvraag

een voorbeeld van SEMI-zelfbediening
A
perry sport
B
bakker
C
kapper
D
aldi

Slide 22 - Quizvraag

service en prijs
je biedt de klant iets extra's zoals advies, je pakt een cadeau in, helpen met een probleem
het product thuis bezorgen
we noemen het service distributie

de klant wordt er blij van en komt graag bij je terug, hij is dan winkeltrouw

Slide 23 - Tekstslide

prijsdistributie


winkels willen veel verkopen door heel goedkoop te zijn

Slide 24 - Tekstslide

We maken nu de samenvatting op blz 32
en op blz 38 en 39 staan de woorden die je in de volgende les moet kennen. Je krijgt dan je eerste toets.

Slide 25 - Tekstslide

WINKELGROOTTE  (blz 20)
De winkelgrootte heeft te maken met het aantal medewerkers.

kleinbedrijf   
middenbedrijf
grootwinkelbedrijf
maak opgave 6 t/m 9

Slide 26 - Tekstslide

wat zal de winkelgrootte zijn?

Slide 27 - Tekstslide

Assortiment
Alle artikelen die in een winkel te koop zijn noemen we het Assortiment

Een assortiment heeft artikelgroepen
deze artikelen horen bij elkaar

Slide 28 - Tekstslide

WINKELVERKOOP
Worden je producten in een winkel verkocht dan heb je winkelverkoop
Je hebt ook                         
 niet-winkelverkoop
b.v een marktkraam of een webshop (online)

Slide 29 - Tekstslide