maandag 7 oktober

Welkom bij Nederlands

  • Ga zitten op je plaats
  • Leg je spullen op tafel
  • Zet je tas op de grond
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands

  • Ga zitten op je plaats
  • Leg je spullen op tafel
  • Zet je tas op de grond

Slide 1 - Tekstslide

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag Taalverzorging Hst 4
De laatste opdrachten bij paragraaf 4.2 Spelling maken we morgen op de laptop.
Oefening ter voorbereiding op de toets donderdag 24 oktober.

Start paragraaf 4.3 Formuleren. Lesdoel:
Je leert de regels voor woordkeus en zinsbouw goed toepassen

Slide 3 - Tekstslide

Lesplanning
  • Uitleg/instructie ( 10 minuten )
  • Opdrachten maken ( 10 minuten)
  • Nakijken ( 10 minuten)

Slide 4 - Tekstslide

Theorie

Slide 5 - Tekstslide

Theorie

Slide 6 - Tekstslide

Theorie

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 18 t/m 21 vanaf bladzijde 103


Slide 8 - Tekstslide

2TB
Taalverzorging Hoofdstuk 2 Paragraaf Spelling bladzijde 82
  • Je leert over hoofdletters en leestekens


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

LESDOEL

HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS GOED GEBRUIKEN

(herhaling)


- je weet wanneer je een hoofdletter gebruikt

- je kunt punt, vraagteken, uitroepteken en komma gebruiken

- je kunt dubbele punt en aanhalingstekens gebruiken bij een citaat

Slide 11 - Tekstslide

Waarom leestekens en hoofdletters?




    hoofdletters en leestekens maken een tekst makkelijker om te lezen je weet waar een zin begint en eindigt hierdoor begrijp je de tekst ook beter

    Hoofdletters en leestekens maken een tekst makkelijker om te lezen. Je weet waar een zin begint en eindigt. Hierdoor begrijp je de tekst ook beter.

    Slide 12 - Tekstslide

    UITROEPTEKENS (1)

    - Om aan te geven dat iemand luid roept


    'Ik ben beneden!' klonk het vanuit de kelder.



    Slide 13 - Tekstslide

    UITROEPTEKENS (2)

    - Om een bevel of waarschuwing aan te geven


    Halt, of ik schiet!

    Stop!

    Kom hier!



    Slide 14 - Tekstslide

    KOMMA'S

    - Maakt een zin overzichtelijker

    - Staat op de plaats waar je bij hardop lezen even een rust neemt



    Slide 15 - Tekstslide

    KOMMA'S (1)

    - Als pauzeteken in een zin


    Onze hond eet erg veel, toch is hij niet dik.



    Slide 16 - Tekstslide

    KOMMA'S (2)

    - Tussen de delen van een opsomming


    Ik hou van verschillende smaken ijs: chocolade, vanille, bosvruchten en cookie&caramel.



    Slide 17 - Tekstslide

    KOMMA'S (3)

    - Tussen twee persoonsvormen


    Als je fietsband lek is, moet je ervoor zorgen dat het gemaakt wordt.



    Slide 18 - Tekstslide

    LEESTEKENS 


    - dubbele punt bij een citaat

    - aanhalingstekens bij een citaat

    Slide 19 - Tekstslide

    CITAAT

    - Wanneer iemands woorden letterlijk weergegeven worden, heet dit een citaat

    - staat altijd tussen aanhalingstekens

    - wordt ook directe reden genoemd

    - begint altijd met een hoofdletter




    Slide 20 - Tekstslide

    AANHALINGSTEKENS bij citaat

    - Een citaat staat altijd tussen aanhalingstekens


    Selma zei: 'Ik vond die film erg goed!'

    Sharon gilde: 'Ik weet niet of ik dat durf!'




    Slide 21 - Tekstslide

    DUBBELE PUNT bij citaat

    - Een dubbele punt wordt voor het citaat gebruikt


    Selma zei: 'Ik vond die film erg goed!'

    Sharon gilde: 'Ik weet niet of ik dat durf!'




    Hoofdletter
    Na de dubbele punt volgt normaal nooit een hoofdletter. Een citaat wordt wel met een hoofdletter geschreven. Na een dubbele punt bij een citaat gebruik je WEL een hoofdletter!

    Slide 22 - Tekstslide

    2TB
    Maken opdracht  1 + 2 + 3 + 4  op bladzijde 59

    Slide 23 - Tekstslide