Krachten samenstellen

Maak opgave 20
timer
2:30
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Maak opgave 20
timer
2:30

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Krachten samenstellen

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Je kan de verschillende soorten krachten benoemen
  • Je kan de resultante kracht bepalen

Slide 4 - Tekstslide

Krachten benoemen:
                =   zwaartekracht

                =    veerkracht

                =    normaal kracht

                =    kracht, van het Engelse woord FORCE
Fz
Fv
FN
F

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Resultante is 0 N
  • Als krachten in evenwicht zijn, heffen 
       ze elkaar op.
  • Het lijkt dan alsof er geen krachten 
       op een voorwerp inwerken.
  • Je zegt dan de resultante is 0 N
  • Resultante wordt ook wel 'nettokracht', 'somkracht' of 'resulterende kracht' genoemd.

Slide 8 - Tekstslide

Krachten langs dezelfde lijn
Als krachten langs dezelfde lijn liggen kun je de resultante berekenen door de krachten bij elkaar op te tellen.
Voorbeeld 1
Zelfde richting
Voorbeeld 2
Tegenovergestelde richting

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de resultante kracht?
A
290 N rechts
B
290 N links
C
50 N rechts
D
50 N links

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de resultante kracht?
A
490 N rechts
B
490 N links
C
150 N rechts
D
150 N links

Slide 12 - Quizvraag

Maak opgave 14
timer
1:30

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Maak opgave 19
timer
4:00

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Krachten samenstellen
  • Soms heb je krachten die in 
      verschillende richtingen werken.
  • Om dan de resultante te vinden 
      moet je de krachten samenstellen. 
  • Beide de grootte en richting van de resultante kracht zijn hier van belang.

    Slide 18 - Tekstslide

    Parallellogram
    1. Kies een geschikte schaal.
    2. Teken de krachten op schaal onder de juiste hoek (net als twee zijden van een parallellogram).
    3. Maak de parallellogram af.
    4. Teken een pijl van het beginpunt naar het tegenoverliggende hoekpunt.
    5. Meet de lengte van de pijl, en bereken de grootte.

    Slide 19 - Tekstslide

    Voorbeeld

    Slide 20 - Tekstslide

    Samenvatting:
    • Krachten die langs dezelfde lijn liggen kun je bij elkaar optellen om de resultante kracht te bepalen.
    • Krachten die in verschillende richtingen werken kun je samenstellen, en met een parallellogram kun je de resultante kracht bepalen.

    Slide 21 - Tekstslide