In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
H3.1 Energiebronnen
Slide 1 - Tekstslide
Lesplanning
Hoe zit het hoofdstuk eruit?
Wat weet je al over dit onderwerp?
Leerdoelen 3.1
Uitleg 3.1
Aan de slag
Slide 2 - Tekstslide
H3 Energie
3.1 Energiebronnen
3.2 Verwarmen
3.3 Isoleren
3.4 Rendement
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je al over dit onderwerp?
Maak in tweetallen ''Wat weet je al over energie?"
timer
7:00
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen 3.1
3.1.1 Je kunt uitleggen wat een energiebron is.
3.1.2 Je kunt zes energiebronnen beschrijven.
3.1.3 Je kunt kenmerken van energiebronnen benoemen.
3.1.4 Je kunt de ideale energiebron beschrijven.
3.1.5 Je kunt vier kenmerken van de energietransitie benoemen.
Slide 5 - Tekstslide
Energiebronnen
Alles wat een bruikbare soort energie kan leveren, noem je een energiebron.
Slide 6 - Tekstslide
Je kunt uitleggen wat een energiebron is.
ENERGIESOORT
zonlicht
wind
aardgas
steenkool
uranium
stralingsenergie
bewegingsenergie
chemische energie
chemische energie
kernenergie
ENERGIEBRON
in een
zit een
opgeslagen
Slide 7 - Tekstslide
Fossiele brandstoffen
Chemische energie wordt bij verbranding omgezet in warmte.
Voordelen; gemakkelijk aan te komen en goedkoop
Nadelen; uitstoot van schadelijke gassen, voorraad raakt op
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Biomassa
Grondstoffen: snoei- en afvalhout, planenresten en mest, koolzaad en maïs.
1. Chemische energie wordt bij verbranding omgezet in warmte.
2. Vergisten van mest in biogasinstallatie. Er ontstaat biogas. Het biogas kun je voor dezelfde doelen gebruiken als aardgas.
Voordelen; gemakkelijk aan te komen en goedkoop
Nadelen; langdurig en duur proces.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Windenergie
Bewegingsenergie van de wind wordt omgezet in elektrische energie.
Voordelen; geen CO2 uitstoot
Nadelen; lelijk, vogels gaan dood, duur, onderhoud in zee is lastig , er is niet altijd genoeg wind.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
Atoomsplijting
Door atomen 'kapot' te maken komt warmte vrij. Deze warmte wordt gebruikt om stoom te maken voor een turbine.
Voordelen; geen CO2 uitstoot
Nadelen; afval blijft heel lang radioactief, risico op grote ramp bij defect.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Zonne-energie
Stralingsenergie v.d. zon wordt in elektrische energie omgezet met zonnepanelen. Of stralingsenergie wordt omgezet in warmte bij een zonnecollector (zonneboiler)
Voordelen; snel terug verdiend (ca 8 jaar)
Nadelen; de zon schijnt niet altijd
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Aardwarmte
Warmte uit de aarde wordt gebruikt voor verhitting huizen, douchen,
Voordeel: duurzaam, (geen CO2 uitstoot, raakt niet snel op)
Nadeel: duur
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Aan de slag
Maken 3.1 opgave:
2 tot en met 5
Slide 21 - Tekstslide
H3.1 Energiebronnen
deel 2
Slide 22 - Tekstslide
Test voorkennis
Maak de volgende vragen.
Slide 23 - Tekstslide
Vul in: Aardolie, aardgas en steenkool zijn......................brandstoffen.
Slide 24 - Open vraag
Vul in: Fossiele brandstoffen bevatten ........................... energie
Slide 25 - Open vraag
Noem minstens één nadeel van windenergie.
Slide 26 - Open vraag
Wanneer is een energiebron een ideale energiebron?
Slide 27 - Woordweb
Je spreekt van een ideale energiebron als:
deze onuitputtelijk is, dus nooit opraakt
altijd beschikbaar is
milieuvriendelijk is
goedkoop is
Helaas....... de ideale energiebron bestaat niet!
Slide 28 - Tekstslide
Je kunt vier kenmerken van de energietransitie benoemen.