Hoofdstuk 10 Doorsneden 10.2 + 10.3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Welkom

Pak je spullen voor je: boek en laptop

Telefoon, kauwgom en oortjes op de bekende plekken leggen.

Lesdoelen

Aan het einde van deze les kan jij:

... de vorm van een doorsnede aangeven

... een doorsnede schetsen.

... de werkelijke vorm van een doorsnede herkennen.

Welke doorsnede hoort bij 2?

1. A
2. B
3. C

Welke doorsnede hoort bij 3?

1. A
2. B
3. C

Welke doorsnede hoort bij II?

1. doorsnede 1
2. doorsnede 2
3. doorsnede 3

Welke vorm heeft
de doorsnede?

1. kubus
2. vierkant
3. rechthoek
4. ruit

Welke vorm
heeft doorsnede 1?

1. driehoek
2. piramide
3. vierkant
4. rechthoek

Welke vorm
heeft doorsnede 2?

1. driehoek
2. piramide
3. vierkant
4. rechthoek

Bij welke van deze figuren komt geen driehoekige doorsnede voor?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Welke vorm
heeft deze doorsnede?

10.4 Werken met doorsneden

- de letters bij de hoekpunten van een balk of een kubus zetten

- de doorsnede op ware grootte tekenen

Aan de slag

- Kies je leerroute voor les 10.4

- Ga verder met de E-opdrachten van de samenvatting

Tijd: Tot einde van de les

Vragen: Hand in de lucht en ik kom je helpen

Typ in wat je dit hoofdstuk geleerd hebt.