De menstruatiecyclus

Welkom!
Vandaag:
Vragen huiswerk?
Herhaling voortplantingsstelsel vrouw
Uitleg over menstruatiecyclus, bladzijde 56
Opdrachten paragraaf 4.2 afmaken
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Vandaag:
Vragen huiswerk?
Herhaling voortplantingsstelsel vrouw
Uitleg over menstruatiecyclus, bladzijde 56
Opdrachten paragraaf 4.2 afmaken

Slide 1 - Tekstslide

In welk onderdeel word de eicel bevrucht?

Slide 2 - Open vraag

Welk onderdeel is nummer 8?

Slide 3 - Open vraag

In welk onderdeel nestelt een bevruchte eicel zich?

Slide 4 - Open vraag

Een vrouw heeft geen zwellichamen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Wat gaan we vandaag leren?
Vandaag gaan we leren:
Hoe een vrouw zwanger kan worden.
Wat er gebeurd als een eicel niet bevrucht wordt. 
Hoe een menstruatiecyclus verloopt. 

Slide 6 - Tekstslide

Eicel en zwanger worden 
Een vrouw kan in de baarmoeder een kind dragen. Deze komt hier doordat een eicel, waarvan er 1 per maand vrijkomt uit de eierstokken, bevrucht word door een zaadcel. Uiteindelijk nestelt deze zich in de baarmoederwand. 

Slide 7 - Tekstslide

Zijkant vrouwelijk voortplantingsstelsel

Slide 8 - Tekstslide

Wat gebeurd er als een eicel niet word bevrucht?
Een eicel leeft ongeveer 24 uur. Als deze niet in de eileider word bevrucht komt deze dood aan in de baarmoeder. 
De baarmoeder heeft wel een wand, bestaande uit bloed, water en voedsel, opgebouwd waar een eventuele bevruchte eicel zich in kan nestelen. Als de eicel niet bevrucht is word deze wand afgestoten, dit het menstruatie of ongesteldheid.

Slide 9 - Tekstslide

Wat gebeurd er als een eicel niet word bevrucht?
Een vrouw is elke maand ongesteld, dit word de menstruatiecyclus genoemd. De cyclus start en eindigt met de eerste dag van ongesteldheid. Een cyclus duurt ongeveer 28 dagen. Op ongeveer de 14e dag vind de ovulatie/eisprong plaats. 
Menstruatie gaat vaak gepaard met pijn en vermoeidheid. 

Slide 10 - Tekstslide

De menstruatiecyclus 

Slide 11 - Tekstslide

Hormonen menstuatiecyclus

Slide 12 - Tekstslide

Maandverband/tampons

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak alle opdrachten van paragraaf 3.4 in je werkboek. Lees hiervoor ook de tekst die op bladzijde 34 staat. De eerste 10 minuten werken we in stilte. 

Slide 14 - Tekstslide