08_PA3_C2_Opdr 15, 17 y 20a

:Las personas:
Características
ser/ estar
escuchamos un poco

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

:Las personas:
Características
ser/ estar
escuchamos un poco

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets PA3 Cap 2
vocabulaire (bijvoeglijk naamwoord opdr. 12)
ser / estar (opdr. 13, 14,15)
presente perfecto / indefinido (29,30,31,32,33)
MONDELING (toetsweek): Frases clave (4d, 7c, 16d, 28b, 34, 35)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Carlos y Merche (...) compañeros
A
son
B
están

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Carlos (...) muy deportivo
A
es
B
está

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Carlos también (...) muy espontáneo.
A
es
B
está

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Merche (...) una chica delgada, tiene una buena figura.
A
es
B
está

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Merche (...) una chica alta.
A
es
B
está

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mis abuelos (...) muy felices siempre, su vida es completa.
A
son
B
están

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mis abuelos (...) juntos en el sofá. Miran una serie en la televisión.
A
son
B
están

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ellos (...) contentos ahora.
A
son
B
están

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Una historia de amor
entre MERCHE y CARLOS

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Escribe UNA FRASE. Usa la palabra
"klasgenootjes"- en español.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Escribe UNA FRASE.
Usa las palabras
"sportief / spontaan"- en español.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Escribe UNA FRASE.
Usa las palabras
"slank / lang / verlegen"

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Escribe UNA FRASE.
Usa las palabras
"strand / blij"

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Escribe UNA FRASE.
Usa las palabras
"Merche / verliefd op Carlos"

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Escribe UNA FRASE.
Usa las palabras
"gelukkig / samen"

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ejercicio 17

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Escuchamos un poco

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies