quiz godsdienstvrijheid

mensenrechten
rechten die voor iedereen op de wereld gelden.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Alle VakkenMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

mensenrechten
rechten die voor iedereen op de wereld gelden.

Slide 1 - Tekstslide

Enkele rechten van de mens.

1. iedereen wordt gelijkwaardig geboren.
2. Iedereen heeft het recht om zijn mening te geven.
3. We hebben het recht om te leven in vrijheid en veiligheid.
5. De wet moet iedereen gelijk behandelen. 
6. Iedereen heeft het recht op goede gezondheid.
7. Je hebt recht op een veilige woonplek.
8. Je hebt recht om een nationaliteit te hebben, om bij een land te horen.
9. Je hebt het recht om te trouwen en een gezin te stichten.
10. Je hebt vrijheid van godsdienst en om van godsdienst te veranderen.
11. Je hebt vrijheid om je mening te geven.
12. Je hebt recht op onderdak, onderwijs, medische zorg, genoeg geld om van te kunnen leven.

Slide 2 - Tekstslide

Vrijheid van geloofsovertuiging.
Iedereen mag geloven in wat hij wil. Dat betekent dat je ook niet een geloof hoeft te hebben.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

het vliegende spaghettimonster
De Kerk van het Vliegende Spaghettimonster (opgericht
in 2006) bestaat uit een groep mensen die zeggen dat
ze een echt geloof hebben. Hun opperwezen is, zoals
de naam al zegt, een vliegend spaghettimonster.
Ze hebben bepaalde kleding (zoals een vergiet op hun
hoofd) maar ook bepaalde regels. Die noemen ze geen
regels of geboden, maar ‘liever-nietjes’.

Slide 5 - Tekstslide

de aanhangers van het spaghettimonster noemen zich pastafari.
Ze vinden dat ze dezelfde rechten moeten hebben als 
bekende godsdiensten als de islam, het christendom
of het jodendom. Om dezelfde rechten te krijgen, zijn
de pastafari zelfs naar de rechter gestapt. Ze wilden
mét vergiet op het hoofd op de foto voor het paspoort,
net zoals mensen dat mogen die vanwege hun godsdienst hun hoofd bedekken. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat vinden jullie?
(handen)

Slide 8 - Tekstslide

de rechter zegt
Het is niet serieus genoeg. Op satire is de vrijheid van godsdienst niet van toepassing, Daarom mogen zij niet met een vergiet op hun hoofd op hun ID staan.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe kun je zien in Nederland dat er religies zijn?

Slide 10 - Tekstslide

De stellingen.
Op het werkblad staan 7 stellingen.
 Bespreek deze. 
We gaan ze zo meteen bespreken.

Slide 11 - Tekstslide

de stellingen
1.  of je wel of niet gelooft mag je helemaal zelf weten.
2. De overheid mag geen godsdienst voortrekken.
3. je mag kinderen opvoeden zoals jij wil.
4. je bent vrij jouw geloof te uiten zoals jij dat wil, bijvoorbeeld met kleding.
5. je mag een dienst in een kerk of gebedshuis niet verstoren.
6. je mag niet gediscrimineerd worden vanwege je geloof.

Slide 12 - Tekstslide

3 dilemma's
Je moet inloggen op een chromebook, mag per groepje.
Bij ieder dilemma krijg je 3 keer een keuze. 
Welk recht denk jij is in die situatie belangrijk. Je mag van mening veranderen.

Slide 13 - Tekstslide

Een man wordt niet aangenomen als buschauffeur omdat hij vanwege zijn geloof geen handen schudt met vrouwen.
A
Vrijheid van godsdienst
B
Recht op gelijke behandeling

Slide 14 - Quizvraag

Omdat de man 95% van de werktijd een bus bestuurt weinig handen hoeven schudden van vrouwen
A
Vrijheid van godsdienst
B
Recht op gelijke behandeling

Slide 15 - Quizvraag

Een vrouwelijke collega vindt het vervelend dat ze bij het voorstellen geen hand krijgt van deze collega. Wordt deze vrouw nu gediscrimineerd?
A
Vrijheid van godsdienst
B
recht op gelijke behandeling

Slide 16 - Quizvraag

de uitspraak
de werkgever heeft gediscrimineerd op basis van godsdienst. Niet handen schudden is niet meteen dicriminerend voor vrouwen. De chauffeur kan vrouwen ook op een andere respectvolle wijze groeten. Handenschudden is geen onderdeel van het werk van de buschauffeur.

Slide 17 - Tekstslide

Ouders weigeren een bloedtransfusie voor hun zieke kind omdat dit tegen hun geloof is.
A
recht op gezondheid
B
vrijheid van godsdienst

Slide 18 - Quizvraag

Voor Jehova's is bloed heilig en staat voor leven. Mensen die een bloedtransfusie krijgen kunnen niet naar de hemel. Voor ouders met een doodziek kind een angstig vooruitzicht.
A
Recht op gezondheid
B
Vrijheid van godsdienst

Slide 19 - Quizvraag

Wat als het niet om leven en dood gaat, maar om een operatie voor een oorcorrectie?
A
Recht op gezondheid
B
Vrijheid van godsdienst

Slide 20 - Quizvraag

De uitspraak
je mag een volwassen patient niet dwingen een bloedtransfusie te ondergaan. Dit is anders bij een minderjarig kind. De rechter gaf de dokters toestemming, ondanks de bezwaren van de ouders.

Slide 21 - Tekstslide

Een trouwambtenaar wil vanwege zijn geloof geen homokoppels trouwen
A
Vrijheid van godsdienst
B
Recht op gelijke behandeling

Slide 22 - Quizvraag

Wat als er ook andere ambtenaren zijn die de homokoppels wél willen trouwen?
A
Vrijheid van godsdienst
B
Recht op gelijke behandeling.

Slide 23 - Quizvraag

Zou het anders zijn als het om een ander koppel gaat? Bijvoorbeeld om koppels van verschillende culturele afkomst?
A
Vrijheid van godsdienst
B
Recht op gelijke behandeling.

Slide 24 - Quizvraag

De uitspraak
Het is de gemeente toegestaan een trouwambtenaar niet aan te nemen als die weigert homokoppels te trouwen.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link