paragraaf 3.2 Een verzuild land in crisis

Een verzuild land in crisis



paragraaf 3.2 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Een verzuild land in crisis



paragraaf 3.2 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 

  • Leerdoelen
  • verzuiling
  • Wereldcrisis
  • Democratie onder druk
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken paragraaf 3.1
Opdrachten 1 t/m 10 
timer
7:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe het leven in Nederland tijdens het Interbellum was & je kunt de verschillende zuilen + verschillen benoemen. 

Slide 4 - Tekstslide

Interbellum?

Slide 5 - Tekstslide

Een interbellum is
een periode tussen twee oorlogen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Eerste verkiezingen na 1917

1918

  • SDAP werd, tegen de verwachtingen in, niet de grootste partij.
  • Confessionelen kregen de meerderheid
  • Eerste vrouw in de Tweede Kamer: Suze Groeneweg
  • Door evenredige vertegenwoordiging meer kleine partijen (o.a. SGP)

1922

  • Vrouwen hadden voor het eerst actief kiesrecht
  • Confessionelen blijven regeren (soms samen met liberalen) SDAP regeert niet mee.

Slide 8 - Tekstslide

Verhoudingen vóór en na de Pacificatie van 1917

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

SAMENLEVING
VERZUILING HEEFT GROTE IN VLOED OP  HET DAGELIJKS LEVEN:
  • Boodschappen bij eigen zuil
  • Sporten bij club van eigen zuil
  • Geen contact met mensen van andere zuilen
  • Niet trouwen met iemand van een andere zuil!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Toegenomen welvaart
  • In de jaren twintig ging het goed in Nederland.
  • Door verwoestingen in buitenland was er veel vraag naar Nederlandse producten (veel export)
  • 1919-1929 nauwelijks werkloosheid
  • Groeiende welvaart
  • Werktijd beperkt (8,5 urige werkdag en zaterdagmiddag vrij.
  • Nog niet veel auto's, zoals in de VS

Slide 16 - Tekstslide

Video
Histoclips: Crisis in de jaren '30

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Crisis in Nederland
  • Nederland wordt zwaar door de crisis geraakt: de handel met de VS en Duitsland komt vrijwel stil te staan.

  • Bedrijven en fabrieken moeten de deuren sluiten.

  • Tussen 1929 en 1935 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000

Slide 19 - Tekstslide


Stempelen voor 'de Steun'


Er is nauwelijks steun van de overheid: 
alleen werklozen tussen 21 en 60 jaar krijgen de steunuitkering.

Hiervoor moeten ze 2 keer per dag in de rij staan om te stempelen. 
Dit is vooral bedoeld om zwartwerken te voorkomen.

Slide 20 - Tekstslide


Werkverschaffingsprojecten


Net als in andere landen probeert de overheid werklozen 
aan werk te helpen met werkverschaffingsprojecten.
Grote projecten zoals het Amsterdams Bos en de Afsluitdijk 
helpen mannen aan werk en een beetje inkomen.

Slide 21 - Tekstslide

Vernedering
  • De steun is vaak te laag, daarom moeten mensen ook andere hulp krijgen.

  • Zo krijg je bijvoorbeeld kleding, maar daar staat wél een stempel in: iedereen kan dat zien.

  • Je hoeft geen rijwielbelasting te betalen: maar ook dát kan iedereen zien

Slide 22 - Tekstslide

Hendrik Colijn
  • 1933 diepst van de crisis Colijn komt aan de macht.
  • Colijn topondernemer en voormalig beroepsmilitair.
  • Wil huishoudboekje op orde houden
  • Overheid moest niet meer uitgeven dan er binnenkwam (bezuinigen)
  • Aanpassingspolitiek: bevolking moest zich aanpassen aan de teruglopende economie.

Slide 23 - Tekstslide


Aanpassingspolitiek
1934



De Nederlandse regering van minister-president Colijn besluit dat er minder uitgaven moeten zijn, omdat er minder inkomsten zijn: Nederland moet zich aanpassen. Lonen van ambtenaren en bij de werkverschaffing gaan omlaag, 
net als de steunuitkering. Het maakt de problemen alleen maar groter...

Slide 24 - Tekstslide




Zo ziet Colijn zich graag: de leider die Nederland door de storm (crisis) heen stuurt...

Slide 25 - Tekstslide




...en zo zien sommige Nederlanders hem: als iemand die helemaal niet helpt, maar mensen laat verzuipen!

'Colijn is een zwijn!', zeggen sommige mensen.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video


NSB
vanaf 1931



Ook in Nederland zijn er anti-democratische groepen die vinden dat 
de oplossing voor de crisis buiten de democratie moet worden gevonden.
De Nationaal-Socialistische Beweging van Anton Mussert is een partij die geïnspireerd is door de NSDAP van Hitler.

Slide 28 - Tekstslide

  • Door de verzuiling was er weinig aanhang voor fascistische bewegingen. 
  • NSB (NationaalSocialistische Bond) bleef daarom altijd relatief klein.
  • Leider van de NSB is Anton Mussert.

Slide 29 - Tekstslide

Nederland wilde graag neutraal blijven, reageert daarom niet op de Novemberpogrom en gaat wél naar de Olympische Spelen van 1936. 



Nederland stuurt ook veel Joden terug, om neutraliteit niet in gevaar te brengen.


Nederland gaat niet in op het verzoek tot steun van de geallieerden.

Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk. 
Maken van paragraaf 3.2 de opdrachten 1 t/m 10 
maken examentraining de opdrachten 1 t/m 14. 
Ben je klaar? 
Leren paragraaf 3.1 en 3.2

Slide 31 - Tekstslide