Fotografie basics

Fotografie basics
Fotografie is de kunst van het vastleggen van momenten en emoties. In deze presentatie kijken we naar essentiële concepten die de kern vormen van geweldige foto's.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
CkvMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Fotografie basics
Fotografie is de kunst van het vastleggen van momenten en emoties. In deze presentatie kijken we naar essentiële concepten die de kern vormen van geweldige foto's.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar eerst ...
Wie zitten hier eigenlijk? Stel jezelf voor met je voornaam 
en met de verwachtingen die je hebt van deze twee lessen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar eerst ...
Wie zitten hier eigenlijk? Stel jezelf voor met je voornaam 
en met de verwachtingen die je hebt van deze twee lessen.

Slide 3 - Tekstslide

Er volgen nu enkele basisbegrippen in de fotografie. Schrijf die op.
Over welke fotografische term gaat deze foto?

A
belichting
B
compositie
C
afsnijden
D
kleur

Slide 4 - Quizvraag

  • regel van derden
  • andere mogelijkheid: symmetrie
Compositie in fotografie
Compositie betekent hoe je dingen in een foto rangschikt, zodat het er mooi uitziet. Denk aan waar je het belangrijkste ding in je foto plaatst. Gebruik vaak de 'regel van derden', wat betekent dat je je onderwerp niet in het midden zet, maar aan de zijkant. Dit maakt je foto meestal interessanter

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat compositie in fotografie is en waarom het belangrijk is.
Over welke fotografische term gaat deze foto?

A
kleur
B
compositie
C
afsnijden
D
belichting

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

belichting
Belichting gaat over hoeveel licht er in je foto komt. Je kunt natuurlijk licht (van de zon) of kunstmatig licht (bijvoorbeeld lampen) gebruiken. Licht kan ook hard (sterk) of zacht (mild) zijn. Het tijdstip van de dag kan ook invloed hebben op hoe je foto eruitziet.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over welke fotografische term gaat deze foto?

A
standpunt / perspectief
B
compositie
C
belichting
D
kleur

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Standpunt en Perspectief:
Dit betekent waar je de camera plaatst om een foto te maken. Het beïnvloedt hoe dingen eruitzien. Als je laag bent, zullen dingen groot lijken, en als je hoog bent, lijken ze kleiner.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn doel was om een stand- en perspectiefoto te maken waarbij ik wilde laten zien dat de paaltjes groter lijken dan ze in werkelijkheid zijn. Bij het bekijken van de foto viel me op dat de kleuren goed gelukt zijn en de compositie met de lijnen onbedoeld geslaagd was. Echter, de lantaarnpaal stond scheef en verstoorde de lijnen, dus heb ik deze eruit geknipt om de compositie te verbeteren.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bij het nemen van deze foto lag mijn focus op het benadrukken van stand en perspectief, wat succesvol bleek. Echter, ik wilde ook experimenteren met het draaien van de foto, wat resulteerde in een verrassend goede compositie met mooie lijnen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over welke fotografische term gaat deze foto?

A
belichting
B
afsnijding
C
scherptediepte
D
kleur

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Scherptediepte:
Dit gaat over wat er scherp en wazig uitziet in je foto. Soms wil je dat alles scherp is, en soms wil je dat alleen je onderwerp scherp is en de achtergrond wazig. Je kunt dit veranderen door je lens te kiezen en in of uit te zoomen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over welke fotografische term gaat deze foto?

A
belichting
B
compositie
C
afsnijden
D
kleur

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsnijden / croppen
Dit betekent dat je stukjes van je foto kunt afsnijden om alleen het deel te laten zien dat je belangrijk vindt.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over welke fotografische term gaat deze foto?

A
belichting
B
compositie
C
afsnijden
D
kleur

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kleur:
Kleur is belangrijk omdat het gevoelens kan oproepen. Bijvoorbeeld, rood kan passie laten zien en blauw kan kalmte uitstralen. Denk na over welke kleuren je wilt gebruiken om je foto krachtiger te maken.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over welke fotografische term gaat deze foto?

A
belichting
B
beweging bevriezen
C
kleur
D
stand

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beweging Bevriezen:
Als je bewegende dingen fotografeert, kun je ze op de foto laten lijken alsof ze stilstaan. Dit kan een coole foto opleveren, vooral als het onderwerp normaal gesproken beweegt."

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En nu zelf!
Je doet deze les twee opdrachten. Je foto's upload je naar de locatie onder de QR-code in de volgende dia.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 1 - compositie
Fotografeer hetzelfde object vanuit verschillende hoeken. Pas daarbij de regel van derden toe.
Upload je twee beste foto's.
timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 2 - portretten
Fotografeer elkaar in tweetallen. Let daarbij op je achtergrond.
timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de resultaten
Google Photos

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies