V5 - les 5 - escribir sobre personajes II

timer
1:00
Escribe aquí tres palabras sobre tus personajes de tu serie en español
1 / 18
volgende
Slide 1: Woordweb
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

timer
1:00
Escribe aquí tres palabras sobre tus personajes de tu serie en español

Slide 1 - Woordweb

Clase de español - V5

Objetivo: 
Al final de la clase sabes la forma y uso del futuro y el condicional y has escrito el párrafo de los personajes

Slide 2 - Tekstslide

Hoy en clase
La clase anterior
Repasar concordancia y hay/ser/estar, perfecto e imperfecto
Presentaciones
Escribir párrafo personajes
La evaluación
La preparación para la siguiente clase

Slide 3 - Tekstslide

La clase anterior (reseña)
  1. Explica lo que es concordancia.
  2. ¿Cómo se forma los verbos del perfecto?
  3. ¿Cómo se forma los verbos del imperfecto?
  4. ¿Cuándo se usa el indefinido?
  5. ¿Qué párrafo has escrito ya en tu reseña?
  6. ¿Cuál es la gran diferencia entre el uso de ser y estar?

Habla con tu compañero en holandés responiendo a las preguntas.
timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

La preparación para hoy
aprender vocabulario del reader pág. 37 t/m 39 hol-esp/esp-hol

Hacer presentaciones
Bijzondere werkwoorden(gustar, interesar, parecer): Tess en Julius
Futuro y condicional (nuevo!!) :Valentijn, Jasper T, Oktay, Tom
lees thuis vooraf wat informatie in het Nederlands over 2 personen van jouw serie die jij interessant/leuk vindt. 




Slide 5 - Tekstslide

Repasar el vocabulario
aprender vocabulario del reader pág. 37 t/m 39 hol-esp/esp-hol






Slide 6 - Tekstslide

El texto
Compara tus respuestas con las respuestas de tu compañero/a de clase.
¿Qué tal?

Slide 7 - Tekstslide

Welke beschrijving past het beste bij bij de imperfecto?
A
Vertellen over de serie van afgelopen week.
B
Beschrijvingen geven van de personages in het verleden.
C
Zeggen wat de personages aan het doen zijn.
D
Vertellen wat een personage onlangs in een serie heeft gedaan.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de ik persoon van de presente van saber?
A
supe
B
sabo
C
D
sabía

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de ik persoon van de presente van conocer?
A
conoco
B
conocó
C
conosco
D
conozco

Slide 10 - Quizvraag

Welk werkwoord gebruik je bij deze zin: En la serie el personaje principal siempre ....... un bigote y gafas
A
ha llevado
B
llevó
C
llevaba

Slide 11 - Quizvraag

hay/ser o estar en esta frase:
El lugar principal donde se desarrollaba la serie .......en Madrid
A
estaba
B
era
C
había

Slide 12 - Quizvraag

Las presentaciones
Hacer presentaciones
Bijzondere werkwoorden(gustar, interesar, parecer): Tess en Julius

Futuro y condicional (nuevo!!) :Valentijn, Jasper T, Oktay, Tom Todos los alumnos tienen que hacer apuntes. 

Slide 13 - Tekstslide

2 o 3 personajes interesantes
  • Begin met deze alinea met los personajes que más me gustaron, fueron....
  • Dan het uiterlijk (verleden tijd)
  • Karakter (verleden tijd)
  • beroep (verleden tijd)
  • hun rol in de serie/film zonder te veel te verklappen. (verleden tijd)
  • de reden dat je deze twee personages je hebt uitgekozen 

DENK AAN CONCORDANCIA Y REGLAS HAY/SER/ESTAR

Slide 14 - Tekstslide

Escribir sobre el entorno
Setting
Waar speelt de serie zich voornamelijk af?
Locatie(s), beschrijving locatie, details omtrent de
locatie(s).
Relatie locatie en het verhaal (waarom daar?)
In welke periode speelt het verhaal zich af?
Relatie periode en het verhaal (waarom toen?)
Zich afspelen = desarrollarse

Slide 15 - Tekstslide

La evaluación
Ik loop op schema met schrijven.
Ik heb el resumen nog niet af.
Ik heb los personajes nog niet af.
Ik heb el resumen en los personajes af en ik ben begonnen aan entorno

Slide 16 - Poll

He terminado el párrafo sobre los personajes.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

La preparación para el lunes
Examen de vocabulario y gramática
ver el toetsoverzicht in teams lesmateriaal

Slide 18 - Tekstslide