Klinisch redeneren darmen

Klinische redeneren darmen, ileus en stoma
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Klinische redeneren darmen, ileus en stoma

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de doelen van vandaag?
  • Na deze les kun je de anatomie van de darmen benoemen.
  • Na deze les ben je in staat om 2 ziektebeelden van de darmen op te noemen met de symptomen en verpleegkundige aandachtspunten.
  • Na deze les kun je theorie en praktijk aan elkaar koppelen door middel van een praktijkvoorbeeld.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Wat weet je nog van de anatomie en pathologie van de darmen?
  • Casuïstiek klinisch redeneren 

Slide 3 - Tekstslide

timer
1:00
de darmen

Slide 4 - Woordweb

Sleep de tekst naar de juiste plek
timer
1:30
Lever
maag

Alvleesklier
12-vingerige darm
Dunne darm
Dikke darm
Endeldarm
Anus

Slide 5 - Sleepvraag

Welke kringspier zit op de overgang van de maag naar de darmen?
timer
0:30
A
Cardia
B
Anus
C
Ileocaecale klep
D
Pylorus

Slide 6 - Quizvraag

De vertering vindt plaats in het begin van de dunne darm, resorptie aan het eind van de dunne darm.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Koolhydraten en eiwitten worden opgenomen in het bloed door:
A
Villi
B
Lymfen
C
Mucosa

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het verschil in samenstelling van ontlasting tussen een dikke darm en een dunne darm stoma?

Slide 9 - Open vraag

De ileocaecaal klep bevindt zich tussen het ileum en
A
Het jejunum
B
Het duodenum
C
colon ascendens
D
De colon descendens

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de voornaamste taak van de dikke darm?

Slide 11 - Open vraag

Welke sluitspier kun je bewuste controle op uitoefenen?
A
Inwendige sluitspier
B
Uitwendige sluitspier

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een ileus?
A
Stuk van de darm
B
Darmafsluiting
C
Vorm van darmkanker
D
Darmvlokken

Slide 13 - Quizvraag

Een ileus kan ontstaan door:
A
Tumor
B
Stilliggen van de darmen na ok
C
Chronische bewegingsstoornis CIP
D
Alle antwoorden

Slide 14 - Quizvraag

Wat is géén symptoom bij een ileus?
A
Fecaal braken
B
Diarree
C
Obstipatie
D
Hoog Hb

Slide 15 - Quizvraag

Hoe wordt een ileus behandeld?
A
Infuus
B
Maaghevel
C
Niks per os
D
Alle antwoorden

Slide 16 - Quizvraag

Hr de Graaf heeft een paralytische ileus en verliest erg veel maagsappen via de maaghevel. Waar moet je op letten?
A
Urineproductie
B
Natrium en kalium
C
Samenstelling van de maagsappen
D
Alle antwoorden

Slide 17 - Quizvraag

Waar moet jij als verpleegkundige erg goed op letten bij een ileus
A
Waar de pijn in de buik zit
B
Uitstraling naar de arm
C
Geprikkelde buik

Slide 18 - Quizvraag

Waar zit een colostoma op de buik?
A
Altijd links
B
Altijd rechts
C
Altijd in de onderbuik
D
Kan verschillend zijn

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer legt men een urostoma aan?
A
Blaaskanker
B
Slechte blaasfunctie
C
Ontsteking van de blaaswand
D
Alle antwoorden

Slide 20 - Quizvraag

Wat is GEEN symptoom bij darmkanker?
A
Bloedarmoede
B
Bloed bij de ontlasting
C
Gewichtsverlies
D
Gewichtstoename

Slide 21 - Quizvraag

Darmkanker zaait vaak het eerst uit naar de:
A
Longen
B
Lever
C
Nieren
D
Geen van de antwoorden

Slide 22 - Quizvraag

Mw Keizer ligt bij jou op de afdeling na een low anterior resectie. Welk deel is er dan verwijderd?
A
De hele dikke darm
B
Colon ascendens
C
Sigmoïd en endeldarm
D
De dunne darm

Slide 23 - Quizvraag

Mw krijgt een ileostoma omdat de kans op naadlekkage groot is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Wat zijn postoperatieve aandachtspunten bij mw Keizer?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide