Les 3 - Identiteit

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Thema 1 - Kiezen - les 3 - Identiteit

Terugblik

In de vorige les hebben wij:

• Geleerd wat mensenrechten zijn;
  
• Geleerd wat rechten en plichten zijn;
• Met een klasgenoot samen gewerkt. 

Lesprogramma

• leer- en lesdoelen


• Opdracht 'Interview'
• Opdracht 'Invloed'
• Opdracht 'Alcohol'


• Bespreken les- en leerdoelen 

lesdoelen

Aan het einde van les heb ik:

• een idee wat mijn identiteit is;
• mijn mening gegeven over een stelling over alcohol.

• Heb ik geleerd wat een identiteit is;
• Heb ik geleerd hoe je identiteit gevormd wordt.

Identiteit

Theorie: Eigenschappen

Iedereen heeft zijn eigen eigenschappen. Een eigenschap is een kenmerk van een persoon. Een eigenschap kan bijvoorbeeld zijn dat je bruine ogen hebt, verlegen bent of goed bent in gitaarspelen. Al je eigenschappen samen vormen je identiteit.

Sommige eigenschappen, zoals de kleur van je ogen, heb je al vanaf je geboorte. Andere eigenschappen krijg je tijdens je leven aangeleerd. Je kunt bijvoorbeeld goed gitaar leren spelen door gitaarlessen te volgen.

Theorie 1: Interview

Interviewvragen:

1. Wat zijn drie eigenschappen die je al vanaf je geboorte hebt?
   
2. Wat zijn drie eigenschappen die je aangeleerd hebt gekregen?
   
3. Wat vind je een goede eigenschap van jezelf? Leg uit waarom.
   
4. Wat vind je een minder goede eigenschap van jezelf? Leg uit waarom.
   
5. Wat maakt jou een uniek persoon?
   

Maak opdracht 1 in tweetallen op blz 26.

Theorie 2: Privacy

Artikel 10: Privacy

1. Iedereen heeft recht op rust en privacy. In de wet kunnen uitzonderingen staan. In de wet kan ook staan dat iemand anders uitzonderingen mag maken.
   
2. De overheid mag persoonlijke gegevens van iemand niet zomaar gebruiken.
   
3. Iedereen heeft er recht op te zien wat er over hem is vastgelegd. En kan gegevens laten veranderen als ze niet juist zijn.
   

Maak opdracht 1 op blz 26.

Theorie: Invloed van anderen

Mensen om je heen hebben invloed op jou. Je vrienden kunnen bijvoorbeeld je kledingsmaak beïnvloeden. En je ouders kunnen je stimuleren om goed te worden in een bepaalde sport. Zij hebben dus invloed op jouw eigenschappen op je identiteit. Ook personen die je niet persoonlijk kent kunnen jou beïnvloeden, zoals vloggers of bekende artiesten.

Jij hebt ook invloed op de identiteit van anderen. Mensen kunnen jouw stijl, interesses of gedrag overnemen.

Hardlopers op sociale media hebben meer invloed dan je denkt

Nieuw onderzoek bewijst: hardlopende contacten op sociale media kunnen ervoor zorgen dat jij ook wat vaker en harder gaat rennen.

Maak opdracht 2 zelfstandig op blz 27 en 28.

Theorie 3: Alcohol

Alcohol: streng of soepel zijn als ouder?

Vaak zijn ouders bang dat hun kind stiekem gaat drinken alas zij alcohol verbieden. Ze denken ook dat een positieve opvoeding en goede band - ik steun mijn kind en hou het in de gaten - invloed heeft op het alcoholgebruik. Dat is niet zo.

Uit nationaal en internationaal onderzoek blijkt dat jongeren later minder drinken als ouders strenge en duidelijke regels stellen. Wie grenzen stelt, stelt ook het tijdstip uit waarop kinderen aan alcohol beginnen. Ook het eigen gedrag is van invloed. Naarmate ouders meer drinken, blijken hun kinderen ook meer alcohol te drinken. En hoe groter de beschikbaarheid van alcohol thuis, hoe meer de jongeren zelf innemen. Ouders die veel drinken en weinig regels stellen hebben de grootste kans dat hun kinderen veel drinken.

Maak opdracht 3 op blz 28 en 29. Daarna volgt een klassengesprek.

Stelling

Ouders moeten geen alcohol drinken waar hun kinderen bij zijn.

• Heb ik geleerd wat een identiteit is;
• Heb ik geleerd hoe je identiteit gevormd wordt.

lesdoelen

Aan het einde van les heb ik:

• een idee wat mijn identiteit is;
• mijn mening gegeven over een stelling over alcohol.