MM 2K - 3.3 Rechten en plichten (les 10)

Welkom
Mens en Maatschappij
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mens en Maatschappij

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?
Start


Lesdoel
  • Je weet hoe de Nederlandse rechtstaat is ontstaan.

Maak de quiz...

Slide 2 - Tekstslide

1813
A
Willem I koning der Nederlanden
B
Lodewijk Napoleon koning van Holland
C
Oprichting Bataafse Republiek
D
Eerste grondwet

Slide 3 - Quizvraag

1798
A
Willem I koning der Nederlanden
B
Lodewijk Napoleon koning van Holland
C
Oprichting Bataafse Republiek
D
Eerste grondwet

Slide 4 - Quizvraag

1848
A
Koninkrijk
B
Parlementaire democratie
C
Absoluut vorst
D
Bataafse Republiek

Slide 5 - Quizvraag

1983
A
Eerste grondwet
B
Eerste grondswetswijziging
C
Laatste grondswetswijziging
D
Nieuw koning

Slide 6 - Quizvraag

1795
A
Oprichting Bataafse Republiek
B
Franse Revolutie
C
Tweede democratische revolutie
D
Willem I koning der Nederlanden

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste verschil tussen
koning Willem I en koning Willem-Alexander?
Gebruik de begrippen staatshoofd en regeringsleider in je antwoord.

Slide 8 - Open vraag

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?
3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld?
Leerdoelen
  • Je weet hoe de Nederlandse grondwet is ontwikkeld.

Uitleg
  • 1840: koning Willem II treedt aan ook als staatshoofd en regeringsleider.
  • 1848: Democratische revoluties breken uit in Europa > meer macht voor het volk.
  • Willem II wilde niet afgezet worden. Hij besloot dat de burger meer te zeggen kregen.
  • 1848: Begin parlementaire democratie > nieuwe grondwet.

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?
3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld?
Leerdoelen
  • Je weet hoe de Nederlandse grondwet is ontwikkeld.

Uitleg
Parlementaire democratie
  • Macht in handen van het parlement (volksvertegenwoordiging).
  • Koning = staatshoofd.
  • Minister-president = regeringsleider.
  • Ministers en staatsecretarissen voeren regeringsbeleid uit.

  • 1983: Laatste grondwetswijziging (betere zorg voor burgers, bijvoorbeeld werkgelegenheid).

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?
3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld?
Leerdoelen
  • Je weet hoe de Nederlandse grondwet is ontwikkeld.

Uitleg
  • Lees de theorie.
  • Maak opdracht 8-11.
Historisch overzicht
1795: oprichting Bataafse Republiek
1798: eerste grondwet
1806: Lodewijk Napoleon koning van Holland
1813: Napoleon verslagen
1813: Willem I koning der Nederlanden
1814: nieuwe grondwet (koninkrijk)
1848: nieuwe democratische revolutie
1848: nieuwe grondwet (parlementaire democratie)
1983: nieuwe grondwet (meer zorg voor burgers)


Slide 11 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?
3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld?
Leerdoelen
  • Je weet wat Prinsjesdag is.

Zoek het uit...
  • Wanneer wordt Prinsjesdag gehouden?
  • Welke twee belangrijke plannen worden op Prinsjesdag gepresenteerd?
  • Waar leest de koning de troonrede voor?
  • Waar komt de naam Prinsjesdag waarschijnlijk vandaan?

Opdracht
  • Maak opdracht 12-14.

Slide 12 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?
Afsluiting


Lesdoel
  • Wat heeft de macht in een parlementaire democratie: de koning, de minister-president, het parlement (volksvertegenwoordiging)? Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Tekstslide