Thuisonderwijs w3 les 3 - kommagetallen schrijven, uitspreken en op volgorde zetten

Kommagetallen
luister eens!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kommagetallen
luister eens!

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel 1
Ik kan grote getallen als kommagetallen schrijven en omgekeerd.


8 250 000 = 8,25 miljoen

250 000 = 0,25 miljoen

50 000 = 0,05 miljoen

Slide 2 - Tekstslide

Stappenplan
Zet de getallen in een schema.
Dan weet je waar de komma moet staan.
Schrijf 500.000 in het schema.
Wat is het kommagetal? 500.000 = ... miljoen

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf als kommagetal.
Schrijf op .... miljoen
4 330 000

Slide 4 - Open vraag

Schrijf als getal.

0,33 miljoen

Slide 5 - Open vraag

Schrijf als getal.
Voorbeeld? 1 miljoen is 1 000 000
8,12 miljoen

Slide 6 - Open vraag

Schrijf als kommagetal.
Schrijf op .... miljoen
8 250 000

Slide 7 - Open vraag

Een bedrijf heeft 0,89 miljoen euro aan spullen verkocht. Hoeveel euro is dat?
Voorbeeld? 0,1 miljoen is 100 000

Slide 8 - Open vraag

lesdoel

Ik kan kommagetallen vergelijken en op volgorde zetten.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat is zwaarder?
A
4,3 kilo
B
4,150

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Welk kaartje hoort bij het
duurste product?
A
€11,70
B
€12,40
C
€10,50
D
€11,20

Slide 16 - Quizvraag

Tik op het grootste kommagetal
A
1,7
B
0,7
C
1,2
D
1,3

Slide 17 - Quizvraag

Welk kommagetal ligt het dichtst bij 9?
A
8,5
B
8,8
C
9,1
D
10,2

Slide 18 - Quizvraag

Welk getal ligt het dichtst bij 8?
A
7,4
B
7,6
C
8,5
D
8,2

Slide 19 - Quizvraag

Sleep van klein naar groot!
3,7
4,5
3,4
3,9

Slide 20 - Sleepvraag

Sleep van minder naar meer!
Denk aan het stappenplan!
10,3 L
9,7 L
10,8 L
10 L

Slide 21 - Sleepvraag

Sleep van minder naar meer!
€ 11,30
€ 11,75
€ 10,90
€ 11,09

Slide 22 - Sleepvraag

Wat is de volgorde van zwaar naar licht?
2, 01 kg - 2,015 kg - 2,36 kg - 2, 363 kg
A
2,363 kg - 2,36 kg -2,015 kg - 2,01 kg
B
2,36 kg - 2,015 kg - 2,363 kg - 2,01 kg
C
2,01 kg -2,015 kg - 2, 36 kg - 2,363 kg

Slide 23 - Quizvraag