Project verslaving

Verslaving
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
ProjectVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Verslaving

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij verslaving?

Slide 2 - Woordweb

Alcohol
Alcohol verdooft de hersenen en daardoor reageer je minder goed.
   

Veel en vaak drinken veroorzaakt blijvende schade aan:
  • Hersenen
  • Lever
  • Andere organen


Alcohol is verslavend...!!!

Slide 3 - Tekstslide

Alcohol
Alcohol is een giftige stof zonder smaak. Wordt in het bloed opgenomen en komt overal in het lichaam terecht. De hersenen zijn extra gevoelig voor alcohol.

Korte termijn effecten van alcohol: zelfoverschatting, minder coördinatie van de spieren, remmingen worden minder, reactiesnelheid neemt af, geheugen wordt minder etc.

Lange termijn effecten van alcohol: verstoort de ontwikkeling van de hersenen, minder geheugen, verslaving!

Bloedalcoholgehalte (BAG) word in promillages uitgedrukt, 1 promille is 1 gram alcohol per liter bloed.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat is een goede reden voor jou om geen alcohol te drinken?
Mag niet van mijn ouders
De wet: te jong
Ik ben er bang voor
Te duur

Slide 6 - Poll

Jongeren tot de 18 weten hun grens niet als het gaat om alcohol.
Eens
Oneens
Beetje mee eens, beetje oneens
Weet ik niet.

Slide 7 - Poll

Ik vind dat je alcohol mag drinken onder de 18 jaar.
Eens
Oneens

Slide 8 - Poll

In Nederland zijn alle drugs legaal
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Voorbeelden van drugs

Slide 10 - Woordweb

Effecten van drugs

Slide 11 - Woordweb

Drugs
  • Stimuleren je hersenen > actiever.

  • Verdoven je hersenen > suf; mindere spanning, pijn en angst.

  • Laten je hersenen anders werken > muziek; kleuren


Blowen kan je stemming versterken, daardoor kun je je beter of slechter voelen.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe beïnvloeden drugs je lichaam?
Mensen gebruiken drugs voor verschillende redenen

Drie soorten effecten van drugs:
Stimulerende middelen 
Verdovende middelen
Bewustzijnsveranderende 

Slide 13 - Tekstslide

Verdovende middelen
Voorbeelden:
Alcohol, heroïne, hasj, wiet GHB

Slide 14 - Tekstslide

Stimulerende middelen
voorbeelden
Amfetamine - ketamine*
- XTC/MDMA - cocaïne



*in lage dosis

Slide 15 - Tekstslide

bewustzijns- veranderende middelen
Dit heet ook wel hallucineren.
Vertaald uit het Latijn betekent dit "dwalen door de geest"
- LSD
- Lachgas
-  Hasj/Wiet
- Paddo's

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Verslaafd?!
-Gezondheidsproblemen
-Psychische problemen
-Sociale problemen
-Financiële problemen

Als een verslaafde wil stoppen moet diegene afkicken

Slide 18 - Tekstslide

Cannabis
  • Cannabis is afkomstig van de hennepplant, de werkzame stof is THC.
  • Cannabisgebruik in het verkeer is strafbaar.
  • Kort termijneffecten: versnelde hartslag, lage bloeddruk, hoofdpijn, duizeligheid, angst, slaperigheid, concentratieproblemen.
  • Lange termijneffecten: verslaving, slapeloosheid, concentratieproblemen, depressie.

Slide 19 - Tekstslide

Drugs worden beschouwd als drugs wanneer...
A
Het middel verslavend is
B
Het middel slecht is voor je lichaam en geest
C
Het middel op de opiumlijst staat
D
Je niet mag handelen in het middel

Slide 20 - Quizvraag

Cannabis is verslavend.
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de meest voorkomende verslaving?
A
Cannabis
B
Alcohol
C
Medicijnen
D
Cocaïne

Slide 22 - Quizvraag

Stelling: alcohol is schadelijker dan cannabis.
A
Eens
B
Oneens

Slide 23 - Quizvraag

De werkzame stof van cannabis is
A
TLC
B
TLH
C
TCH
D
THC

Slide 24 - Quizvraag

Wat voor werking heeft het gebruik van cannabis?
A
Verdovend
B
Opwekkend
C
Bewustzijns veranderd

Slide 25 - Quizvraag

Waarom kan iemand door het gebruiken van cannabis duizelig worden en flauwvallen?
A
Omdat cannabis de bloeddruk verhoogt.
B
Omdat cannabis de bloeddruk verlaagt.
C
Omdat cannabis de bloeddruk versnelt.
D
Omdat cannabis de bloeddruk vertraagt.

Slide 26 - Quizvraag

Iemand beweert dat het roken van een cannabissigaret gezonder is dan het roken van tabak, omdat het geen kanker veroorzaakt.
Klopt deze bewering?
A
Ja, het roken van cannabis veroorzaakt geen (long) kanker
B
Nee, het roken van cannabis veroorzaakt ook (long) kanker

Slide 27 - Quizvraag

Hasj en wiet zijn:
A
Niet verslavend.
B
Alleen geestelijk verslavend.
C
Alleen lichamelijk verslavend.
D
Zowel geestelijk als lichamelijk verslavend.

Slide 28 - Quizvraag

Softdrugs
  •  Gedoogd (klein gebruik wordt met rust gelaten)
  •  Minder risico's
  • Veel gebruik: alsnog erg schadelijk 

Slide 29 - Tekstslide

Harddrugs
* Harddrugs zijn illegaal
* Meer risico's 

Slide 30 - Tekstslide

Harddrugs
Softdrugs
Cocaïne
Hasj
XTC
LSD
GHB
Wiet

Slide 31 - Sleepvraag

Wanneer zijn drugs drugs?
 Opiumwet
Opiumlijst 1 = harddrugs
Opiumlijst 2 = softdrugs

Ooit lachgas gebruikt? Sinds december 2019 staat ook dit op  opiumlijst II


In het nieuws
https://nos.nl/artikel/2313983-kabinet-wil-verbod-op-lachgas-voor-recreatief-gebruik.html

Slide 32 - Tekstslide

Gedoogbeleid =
A
Alle drugs zijn verboden
B
Harddrugs worden in kleine hoeveelheden toegestaan
C
Softdrugs worden in kleine hoeveelheden toegestaan
D
Geen idee

Slide 33 - Quizvraag

Gedoogbeleid en Coffeeshops
Coffeeshops mogen kleine hoeveelheid softdrugs verkopen

Voordeel Coffeeshop:
  • Minder drufgsoverlast op straat
  • Minder snel in contact met harddrugs

Slide 34 - Tekstslide

Bedenk waarom sommige mensen tegen het gedoogbeleid zijn

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Video

Waarom begon Paul met drugs?

Slide 37 - Open vraag

Waardoor zag Paul in dat hij moest stoppen met de drugs?
A
Minder sociaal contact met vrienden en familie
B
Hij voelde zich steeds zieker worden
C
Hij ging niet meer naar school
D
Hij gebruikte zoveel drugs dat hij eraan kon overlijden

Slide 38 - Quizvraag

Coffeeshops verkopen harddrugs
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Voordeel van een coffeeshop is:

Slide 40 - Open vraag

Zijn er andere punten die je nog graag besproken zou hebben?

Slide 41 - Woordweb

Nadeel van een coffeeshop is
A
Mensen komen makkelijk in contact met softdrugs
B
Je kunt de verkoop van softdrugs controleren
C
Men kan de kwaliteit van de drugs controleren
D
Er is minder drugsoverlast op straat

Slide 42 - Quizvraag

Ik vind dat harddrugs ook gedoogd moet worden
A
Eens
B
Oneens

Slide 43 - Quizvraag