9.1 Wet van Ohm

1) Surf naar LessonUp.app

2) Vul de pincode in die linksonder 
    in het scherm staat.
WELKOM BIJ DE LES OVER DE
WET VAN OHM
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

1) Surf naar LessonUp.app

2) Vul de pincode in die linksonder 
    in het scherm staat.
WELKOM BIJ DE LES OVER DE
WET VAN OHM

Slide 1 - Tekstslide

Wet van Ohm
Lesdoel:
Jullie kunnen na deze uitleg met ons hulpmiddel (poster) elke opgave van  de wet van Ohm uitrekenen.

Doelgroep: 
vmbo KB, leerjaar 4


Slide 2 - Tekstslide

Wet van Ohm
De relatie tussen spanning, stroomsterkte en weerstand.

Vernoemd naar Georg Ohm, een Duitse natuurkundige.


Slide 3 - Tekstslide

Wat is spanning?


De spanning geeft het energieverschil tussen 2 punten aan. Hoe hoger het energieverschil, hoe hoger de
spanning en hoe sneller de elektronen dus van punt 1
naar punt 2 kunnen bewegen.
Meeteenheid
=
Volt (V)

Grootheid
=
"U"

Slide 4 - Tekstslide

Wat is stroomsterkte?


De stroomsterkte geeft aan hoe 'sterk' de stroom is, oftewel hoeveel lading (dus hoeveel elektronen) er elke seconde door een draad heen bewegen.
Meeteenheid
=
Ampère (A)

Grootheid
=
"I"

Slide 5 - Tekstslide

Wat is weerstand?


In elk materiaal kost het voor elektronen een bepaalde
hoeveelheid energie om er doorheen te bewegen. Elk
materiaal heeft namelijk zijn eigen weerstand.
Meeteenheid 
Ohm (Ω)

Grootheid
=
"R"
   

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Johan heeft een lampje. Dit lampje is geschikt voor 12 Volt. Met de multimeter meet je de weerstand van dit lampje op. Het blijkt 120 Ohm te zijn.

Hoeveel stroom loopt er door dit lampje als er 12 Volt op staan?
A
10 A
B
0,1 mA
C
100 mA
D
0,01 A

Slide 8 - Quizvraag

Je hebt voor een apparaat een nieuwe zekering gekocht. Op het doosje van deze smeltzekering staat een hoop informatie:

Je twijfelt of deze waardes wel kloppen en je gebruikt een multimeter om de weerstand op te meten. Welke waarde* verwacht je te zien?
A
5 Ω
B
150 Ω
C
500 Ω
D
50 mΩ

Slide 9 - Quizvraag

Een LED met een weerstand van 150 Ohm gaat vanaf 20 milliampère pas branden.

Hoeveel Volt is daar voor nodig?
A
3 Volt
B
12 Volt
C
7,5 Volt
D
3000 Volt

Slide 10 - Quizvraag

In een verwarmingsketel zit een verwarmingselement. De weerstand van dit element heb je gemeten: de multimeter geeft 51.11111 Ohm aan.

Hoe hoog is de stroom door dit door dit element als je met de voltmeter aangeeft dat er 230 volt op de ketel staat?

A
45 A
B
0,9 A
C
0,2 A
D
4,5 A

Slide 11 - Quizvraag

Einde van de les!
Je hebt vandaag geleerd:
  • Wat de wet van Ohm inhoudt.
  • De verschillen tussen spanning,     stroomsterkte en weerstand.
  • Opgaves maken m.b.v. poster en   rekenhulp.

Volgende les:
Vermogen (W) in relatie tot de wet van Ohm

Slide 12 - Tekstslide