Aantekeningen zijn superpersoonlijk. Je schrijft dus op wat je zelf nodig hebt. Alleen jij moet de aantekeningen kunnen begrijpen om straks te leren voor de toets.
Aantekeningen zijn geen samenvatting zijn van de leerstof. En tot slot: gebruik
steekwoorden, pijlen of heel korte zinnen zijn handiger dan volzinnen.
Slide 7 - Tekstslide
5. Begeleid inoefenen
Ik lees zo meteen een tekst voor. Jij maakt aantekeningen bij onderdeel a met behulp van de tips uit het informatieblok.
Slide 8 - Tekstslide
6. testje
Beantwoord de volgende vragen. Je mag je aantekeningen erbij houden:
• Sinds wanneer bestaat hagelslag?
• Wat werd er eerst gemaakt in de fabriek waar later hagelslag werd gemaakt?
• Wat is het verschil tussen chocoladehagelslag en cacaofantasie?
Slide 9 - Tekstslide
Antwoorden
• Sinds wanneer bestaat hagelslag? 1936
• Wat werd er eerst gemaakt in de fabriek waar later hagelslag werd gemaakt? Suikerwerk, zoals borstplaat en lolly’s
• Wat is het verschil tussen chocoladehagelslag en cacaofantasie?