M3 Think Unit 12 lesson 3 Present Perfect uitleg

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Travellers' tales
Gebruik Present Perfect:
1. iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang.
2. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.

Voorbeelden:
1. I have lived in New York for seven years now.
    Ik woon al zeven jaar in New York. --> in het verleden begonnen en nog steeds bezig.

2. I have painted the door.
     Ik heb de deur geschilderd. --> in het verleden gedaan en je merkt nu nog resultaat.

Slide 2 - Tekstslide

What have you learned? 

Slide 3 - Tekstslide

What did we talk about? Do you remember?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Present Perfect 
Have/has +  voltooid deelwoord

Slide 6 - Tekstslide

De Present Perfect
have/has + voltooid deelwoord

Voor dingen die in het verleden zijn begonnen en nu nog doorgaan
Voor dingen die gebeurd zijn en een resultaat hebben
En voor dingen die iemand tot nu toe in zijn leven heeft gedaan

Slide 7 - Tekstslide

In films en liedjes zie je veel voorbeelden van het gebruik van de Present Perfect 
Daar sta je niet altijd bij stil, maar ze zijn er wel. Kijk maar eens naar de volgende korte video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Exercise 1
Multiple choice

Slide 10 - Tekstslide

I (never - to do) that before.
A
I never did that before.
B
I have never done that before.
C
I never done that before.

Slide 11 - Quizvraag

Shirley (to go) to France three times so far.
A
Shirley has gone to France three times so far.
B
Shirley have gone to France three times so far.
C
Shirley has went to France three times so far.
D
Shirley gone to France three times so far.

Slide 12 - Quizvraag

(you - to be) here yet?
A
You been here yet?
B
Did you been here yet?
C
Has you been here yet?
D
Have you been here yet?

Slide 13 - Quizvraag

She (not - to be) on holiday since last year.
A
She didn't be on holiday since last year.
B
She has not been on holiday since last year.
C
She have not been on holiday since last year.
D
She not have been on holiday since last year.

Slide 14 - Quizvraag

Exercise 2
Open questions.
Type the whole sentence! (de hele zin)

Slide 15 - Tekstslide

Jim (to play) football for ten years.

Slide 16 - Open vraag

(you - to live) here for many years?

Slide 17 - Open vraag

We (not - to do) our homework yet.

Slide 18 - Open vraag

I (just - to finish) my book.

Slide 19 - Open vraag

He (not - to go) to the beach in years.

Slide 20 - Open vraag

(She - to clean) her bedroom yet?

Slide 21 - Open vraag

Student's book page 112 Grammar exercises 3, 4, 5 and 6
Voor: Maandag 23 mei lesuur 5 

Slide 22 - Tekstslide