1ha chap2 introduction + nabespreken proefwerk

Focusleren
Français en classe
Introduction chap2
Au travail
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Focusleren
Français en classe
Introduction chap2
Au travail

Slide 1 - Tekstslide

Focusleren
Chapitre 2
vocabulaire A


Herhalen:
avoir (chap 1)
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Français en classe
2. Comment tu t'appelles ?
3. Tu habites où ?
4. Tu as quel âge ?
5. Quel est ton numéro de téléphone ?
6. C'est quoi ?
7. Tu as un frère/une soeur
            un père/une mère ?
Je ne sais pas                 
[zju nuh sè pa]
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Introduction chap2

Slide 4 - Tekstslide

Welk typisch Frans eten ken je al?

Slide 5 - Woordweb

Voici (zie hier) un petit-déjeuner à la française

Slide 6 - Tekstslide

C'est quoi "le petit-déjeuner" ?
A
het avondeten
B
het eten
C
de maaltijd
D
het ontbijt

Slide 7 - Quizvraag

1. Hoe ziet jouw 'petit-déjeuner' eruit?
2. Verschilt het veel? Leg uit.

Slide 8 - Open vraag

Verbind de juiste Franse woorden met de plaatjes

Slide 9 - Tekstslide

Le thé
Le chocolat chaud
Le pain
Les céréales
Le croissant
Le café
Le lait
Le jus d'orange
Les fruits
La confiture

Slide 10 - Sleepvraag

Écouter

Slide 11 - Tekstslide

Au travail
2a - Schrijf 4 woorden op uit het filmpje.
2c  - Schrijf de woorden van 2a bij het juiste plaatje

Voorbereiden: Bedenk/zoek een Frans gerecht dat jij zou bestellen als je in een Frans restaurant zat.
VB: *Je voudrais (ik zou graag willen) ... les crêpes.
Klaar? = Quizlet


Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden
2c
1. bon appétit
2. le café
3. la baguette
4. la confiture
5. la boulangerie
6. le croissant
7. le restaurant     8. manger

Slide 13 - Tekstslide

Nabespreken proefwerk
ex. 1a - zoek 7 woorden die gaan over vakantie.        page 137
ex. 1b - kies het goede woord en vertaal in het NL.
ex. 1c - maak de tabel compleet.
ex. 2a - vertaal de woorden in het Frans.
ex. 2b - schrijf de woorden op in de afbeelding.
ex. 4a - vul het persoonlijk vnw in.
ex. 4b - maak de tabel compleet.
ex. 4c - beantwoord de vragen in het Frans, gebruik 'avoir'

Slide 14 - Tekstslide