7.5 Afsluiting
1 / 27
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin weinig actie ondernomen wordt
D
Een oorlog in de winter.
Slide 9 - Quizvraag
We laten de Koude Oorlog beginnen na:
A
de nederlaag van Duitsland (mei 1945)
B
de dood van Roosevelt (april 1945)
C
de nederlaag van Japan (augustus 1945)
D
het aftreden van Churchill (augustus 1945)
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Hulp van de VS aan Europa na de 2e wereldoorlog.
C
Hulp voor militairen
D
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.
Slide 11 - Quizvraag
Wat was voor de Verenigde Staten een belangrijke reden om met het Marshallplan te komen?
De Verenigde Staten wilden daarmee
De Verenigde Staten wilden daarmee
A
de aantrekkingskracht van communistische partijen in West-Europa verkleinen.
B
de economische tegenstelling tussen Oost- en West-Europa verkleinen.
C
de waarde van de euro en de dollar
met elkaar in evenwicht brengen.
D
een vergaande politieke samenwerking van West- en Oost-Europa bereiken.
Slide 12 - Quizvraag
Wie zijn de geallieerden en de overwinnaars van WOII
A
Sovjet Unie, Italië, Frankrijk
B
Verenigde Staten, Engeland, Sovjet Unie
C
Engeland, Frankrijk, Verenigde Staten
D
Sovjet Unie, Verenigde Staten, Frankrijk
Slide 13 - Quizvraag
Welke namen/personen horen daarbij?
A
Churchill, Roosevelt, Stalin
B
Truman, Stalin, Roosevelt
C
Churchill, Truman, Roosevelt
D
Stalin Churchill, Truman
Slide 14 - Quizvraag
De geallieerden kwamen bij elkaar in....twee plaatsen
A
Jalta en Potsdam
B
Munchen en Berlijn
C
Jalta en Berlijn
D
Potsdam en Berlijn
Slide 15 - Quizvraag
In welke vier invloedssferen werden Duitsland en Berlijn verdeeld?
A
SU, VS, Fr en GB
B
SU, Dtsl, Fr, GB
C
SU, VS, GB, Ned
D
Dtsl, VS, GB, FR
Slide 16 - Quizvraag
Wat hoort bij het westblok?
A
Communisme, kapitalisme, democratie
B
Democratie, vrijheid, communisme
C
Democratie, vrijheid, kapitalisme
D
Dictatuur, democratie, communisme
Slide 17 - Quizvraag
Hoe wordt de grens tussen het oostblok en het westblok in Europa genoemd?
A
Berlijnse Muur
B
Containment
C
IJzeren Gordijn
D
Koude Oorlog-grens
Slide 18 - Quizvraag
Wat was het doel van de Blokkade van Berlijn?
A
Truman wilde Berlijn bevrijden
B
Stalin wilde een muur bouwen
C
Stalin wilde Berlijn aanvallen
D
Stalin wilde Berlijn helemaal innemen
Slide 19 - Quizvraag
Een onderdeel van de containmentpolitiek is......
A
Het Marshallplan
B
De indamming van de SU
C
De indamming van het kapitalisme
D
De bescherming van het communisme
Slide 20 - Quizvraag
Welke combinatie is goed?
A
West-Duitsland, BRD, NAVO
B
West-Duitsland, Warschaupact, DDR
C
BRD, NAVO, Oost-Berlijn
D
Bonn, West-Duitsland, DDR
Slide 21 - Quizvraag
Waarom werd de Berlijnse Muur gebouwd?
A
Om Berlijn helemaal in te nemen
B
Om het communisme te verspreiden
C
Om het kapitalisme tegen te houden
D
Om de vluchtelingen uit het oosten tegen te houden
Slide 22 - Quizvraag
Welke gebeurtenis zie je in de bron?
A
De bouw van de Berlijnse Muur
B
De Amerikaanse luchtbrug tijdens de blokkade van Berlijn
C
De tweefrontenoorlog tijdens de Eerste Wereldoorlog
D
De Amerikaanse invasie van Berlijn aan het eind van de Tweede Wereldoorlog
Slide 23 - Quizvraag
Welke personen zijn afgebeeld in de bron?
A
Links: Reagan
Rechts: Stalin
B
Links: Kennedy
Rechts: Gorbatsjov
C
Links: Reagan
Rechts: Gorbatsjov
D
Links: Kennedy
Rechts: Chroesjtsjov
Slide 24 - Quizvraag
Naar aanleiding van welke gebeurtenis werd het Warschaupact in 1955 opgericht?
A
de aanleg van het IJzeren Gordijn dwars door Europa
B
de bouw van een muur tussen Oost- en West-Berlijn
C
de stichting van de DDR door de communisten
D
de toetreding van de BRD tot de NAVO
Slide 25 - Quizvraag
Een belangrijk onderdeel van de hervormingen in de Sovjet-Unie werd glasnost genoemd: openheid over het bestuur van het land. Mensen kregen ook meer vrijheid om hun mening te uiten.
Welke politicus voerde deze hervormingen in?
A
Chroesjtsjov
B
Gorbatsjov
C
Lenin
D
Stalin
Slide 26 - Quizvraag
Communisme
Kapitalisme
Warschaupact
Berlijnse Muur
IJzeren Gordijn
Stalin
Kennedy
Eenpartijstaat
DDR
BRD
NAVO
Planeconomie
Vrije markt
Democratie
Dictator
Coca Cola
Trabant
Reagan
Chroesjtsjov
Castro
Chroesjtsjov
Truman
Vrijheid
Gelijkheid
Marx
Johnson
