week 41 woordenboek + woordraadstrategieën

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij 

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerkcontrole + nakijken
Boekje examen 2021 tijdvak 1: tekst 1 en tekst 4
Vraag 1 t/m 14
Vraag 28 t/m 37

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk nakijken 
Tekst 1 2021-TV1
1. C
2. D
3. 1 = geen sociale druk, 2 = kans op nieuwe ontmoeting verwaasloosbaar
4. Twee van deze drie: 
1 = confrontatie vermijdern
2= moeite met binding
3=sociale contacten verliezen waarde





5. 'zouden' (regel 57)
6. Er wordt nu meer geghost dan vroeger (meer dan 15 woorden = fout)
7. B
8. -
9. Vier redenen noemen:
1= ghosting komt voort uit narcisme
2= komt voort uit idee beter te zijn dan de ander.
3= borderline
4= angst voor de reactie van ander (max 50 woorden)

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk nakijken 
Tekst 1 2021-TV1

10.  Maximaal 3 woorden per gevolg, anders fout.
1 = psychische schade
2= lichamelijk hinder 

11 C







12 A

13 C

14 B

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk nakijken 
Tekst 4 2021-TV1

28: A
29: B

30: 'Bij pubers ... bij volwassenen' (rg. 30-34)

31: "Toen wij ... te lezen" (rg. 38-40)



32: Nee, want dan zit die melatonine nog altijd in zijn hersenen. (meer dan 15 woorden = fout)

33: C
34: A
35:A
36: C
37: B

Slide 6 - Tekstslide

Woordraadstrategieën

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel procent van de woorden in een tekst moet je begrijpen om te weten waar de tekst over gaat?
0100

Slide 8 - Poll

60% versie
 We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - . We hebben geen - meer. Singapore is maar - - - met een - - -. We - met - - dat we niet - kunnen. - - ik - een - met een - aan - -, het - er -. Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 9 - Tekstslide

70% versie
 We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - . We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk - -. We - met - - dat we niet anders kunnen. - - ik - een huis met een - aan beide -, het - er -. Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 10 - Tekstslide

80% versie
 We moeten -, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk groeiende bevolking . We - met zo’n - dat we niet anders kunnen. - - ik - een huis met een - aan beide - , het liefst er -. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de - wijze van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden.


Slide 11 - Tekstslide

90% versie
We moeten omhoog, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking . We - met zo’n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. - - ik iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er -. Voor de - mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden.


Slide 12 - Tekstslide

100% versie
We moeten omhoog, zei een architect uit Singapore tegen me. We hebben geen ruimte meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking. We kampen met zo’n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. Net zoals ik wil iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er omheen. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te realiseren droom geworden.

Slide 13 - Tekstslide

Tekst 2 examen 2021 tv 1
  • Lees tekst 2 uit examen 2021 tv 1.
  • Onderstreep ieder woord waarvan je de betekenis niet kent. 
  • Lees de tekst rustig, zodat je kunt vertellen waar hij over gaat. 
  • Hoe lang heb je nodig om de tekst te lezen? 
  • Klaar met lezen? Wacht rustig in stilte. 



timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel woorden ken je niet?
0 - 10
11 - 20
21 - 30
31 - 40
40+

Slide 15 - Poll

Woordraadstrategieën
  1. Synoniemen: verschillende woorden die ongeveer hetzelfde betekenen (rijwiel - fiets). 
  2. Omschrijving: betekenis wordt in de tekst uitgelegd met een omschrijving. 
  3. Voorbeeld: betekenis wordt met voorbeelden uitgelegd (Met behulp van voertuigen, zoals rijwielen, treinen of auto's, kun je je verplaatsen).  
  4. Tegenstelling: woord met tegengestelde betekenis staat in de tekst (actief - inactief).  
  5. Bekende woorddelen: met delen van een woord die je kent, kun je de betekenis raden (onontkoombaar). 
  6. Woordenboek: gebruik je alleen als je met bovenstaande strategieën er echt niet uitkomt. 

Slide 16 - Tekstslide

Herlees en herleid
  • Herlees de tekst. 
  • Probeer met woordraadstrategieën de betekenis af te leiden zonder woordenboek. 
  • Markeer die woorden. 
  • Hoeveel woorden moet je nog opzoeken?
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Zoek zo snel mogelijk op
  • Ik geef een woord. 
  • Je zoekt zo snel mogelijk de betekenis met behulp van je woordenboek. 
  • Gevonden? Steek je hand op. 
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Mededelingen

Slide 19 - Tekstslide