In teksten kom je vaak woorden of uitdrukkingen met een figuurlijke betekenis tegen. Er wordt dan iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat. Bijvoorbeeld:
Hij woont in het hart van de stad. (figuurlijk)
Hij woont in het centrum / het midden van de stad.
We sliepen onder de blote hemel.
We sliepen buiten.
bedoeld wordt:
Hij woont in het hart van de stad.
Hij woont in het centrum / het midden van de stad.
We sliepen onder de blote hemel.
We sliepen buiten.
De radijsjes schoten de grond uit.
De radijsjes groeiden heel snel.