5.2 ENERGIE

reservestoffen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

reservestoffen

Slide 1 - Tekstslide

In welk celorganel wordt ATP gemaakt?

Slide 2 - Open vraag

Vul in:

.......... + zuurstof --> Energie + water+ koolstofdioxide
A
melkzuur
B
fotosynthese
C
verbranding
D
glucose

Slide 3 - Quizvraag

BRANDSTOFFEN
  • Met name koolhydraten, vetten en eiwitten. 
  • Energie komt vrij in de mitochondriën bij een proces dat 'dissimilatie' heet. Dit kan alleen plaatsvinden als er genoeg O2 beschikbaar is. Weet je nog? Glucose + O2 --> CO2 + H2O
  • Een deel van de energie komt vrij in de vorm van warmte (houdt lichaamstemperatuur op peil), een ander deel als ATP (levert energie). 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

VANDAAG. ENERGIEVOORRAAD
HOU BINAS 90A
ERBIJ TIJDENS 
DE UITLEG. 



Einde van de les: 
CHECK - heb je het begrepen? 

Slide 6 - Tekstslide

STAP 1. ATP
ATP (adenosine trifosfaat) 
is een soort van 
oplaadbaar molecuul. 

Je hebt een beetje ATP
'klaarliggen' maar bij 
inspanning gaat het snel op.

Slide 7 - Tekstslide

STAP 2. CP
Creatinefosfaat is 
ook een molecuul. 
Door de fosfaatgroep af te staan aan ADP, kan weer ATP
worden gemaakt. 

ATP & CP vormen samen de 'energieaccu', genoeg voor ongeveer 10-30 seconden inspanning. 

Slide 8 - Tekstslide

STAP 3. MELKZUURGISTING
ofwel: anaerobe dissimilatie 
Dissimilatie = afbraak van glucose
Anaeroob = zonder zuurstof

LET OP: vindt alleen plaats als
er geen zuurstof aanwezig is, 
per glucose molecuul 2 ATP-tjes. 

Slide 9 - Tekstslide

STAP 3. MELKZUURGISTING
VOORDEEL: er komt ATP vrij (ook
als er geen zuurstof is)
NADEEL: er komt per glucose-
molecuul maar 2 ATP vrij. 
Er wordt melkzuur geproduceerd
(dit leidt tot verzuring).

Slide 10 - Tekstslide

STAP 4. AEROBE DISSIMILATIE 
Ook wel 'verbranding' van glucose
C6H12O6 + O2 --> H2O + CO2

Slide 11 - Tekstslide

STAP 4. AEROBE DISSIMILATIE 
VOORDEEL: er komt per glucose-molecuul wel 38 ATP vrij 

NADEEL: kan niet plaatsvinden als er geen zuurstof is (bij plotselinge inspanning is dat pas na ongeveer een minuut)

Slide 12 - Tekstslide

Vragen?

Slide 13 - Open vraag

ATP
melkzuur
gisting
aerobe dissimilatie
anaerobe dissimilatie
creatine fosfaat
CP

Slide 14 - Sleepvraag

AEROBE DISSIMILATIE
ANAEROBE DISSIMILATIE
Vindt plaats in mitochondriën
Vindt plaats in cytoplasma
Met zuurstof
Zonder zuurstof
2 ATP per glucose
38 ATP per glucose
Melkzuurgisting

Slide 15 - Sleepvraag

ZIE BINAS 68A
Hoe lees je dit af?

Slide 16 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met de 'fosfaataccu'?

Slide 17 - Open vraag

Wordt 
als ureum uitgescheiden 

Slide 18 - Tekstslide

ENERGIEVOORRAAD
  1. ATP 
  2. CP
  3. Anaerobe dissimilatie (= melkzuurgisting)
  4. Aerobe dissimilatie - afbraak van glucose. 
  • In levercellen: afbraak van eiwitten
  • In spiercellen: eerst glucose, dan glycogeen, dan vetopslag

Slide 19 - Tekstslide

Welke afvalstoffen maakt je lichaam?

Slide 20 - Woordweb

AFVALSTOFFEN
Aerobe dissimilatie
CO2
H2O
Afbraak van eiwitten 
UREUM

Slide 21 - Tekstslide

Aerobe dissimilatie betekent
A
afbraak
B
afbraak met zuurstof
C
afbraak zonder zuurstof
D
opbouw met zuurstof

Slide 22 - Quizvraag


A
aerobe dissimilatie van vetzuren
B
anaerobe dissimilatie van aminozuren
C
melkzuurgisting

Slide 23 - Quizvraag

Wat levert het meeste ATP op wanneer 1 glucose-molecuul wordt verbrand?
A
Melkzuurgisting
B
Aerobe dissimilatie
C
Anaerobe dissimilatie
D
Alcoholgisting

Slide 24 - Quizvraag

Dus... welke vorm van dissimilatie gebruikt de meeste glucose moleculen om een bepaalde hoeveelheid energie (ATP) te produceren?
A
Anaerobe dissimilatie
B
Aerobe dissimilatie

Slide 25 - Quizvraag

Waar komt bij deze sporten de energie vandaan?
100 meter sprint
een marathon
1000 meter schaatsen
Vooral de ATP en CP voorraad in de spieren
Vooral anaerobe dissimilatie van glucose
Vooral aerobe dissimilatie van glucose

Slide 26 - Sleepvraag

Enkele bestanddelen van het voedsel van de mens zijn: eiwitten, koolhydraten en vetten.
Welke van deze voedselbestanddelen kunnen stoffen leveren die zowel bij de assimilatie als bij de dissimilatie in cellen worden gebruikt?
A
eiwitten, koolhydraten en vetten
B
alleen eiwitten en vetten
C
alleen koolhydraten en vetten
D
alleen eiwitten en koolhydraten

Slide 27 - Quizvraag

In spieren van de mens vinden onder andere de volgende stofwisselingsprocessen plaats:
1 opbouw van eiwitten uit aminozuren,
2 vorming van melkzuur uit glucose,
3 vorming van glycogeen uit glucose,
4 vorming van CO2 en H2O uit glucose en O2.
Bij welk of bij welke van deze processen komt energie vrij die kan worden gebruikt voor het samentrekken van de spieren?
A
alleen bij proces 3
B
bij de processen 1 en 3
C
alleen bij proces 4
D
bij de processen 2 en 4

Slide 28 - Quizvraag