Democratie

Politiek? Wat is dat eigenlijk?
Les 1: Intro Politiek
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Politiek? Wat is dat eigenlijk?
Les 1: Intro Politiek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Deze les zal vragen, opdrachten, en korte activiteiten bevatten die jou helpen om na te denken over poltiek en hoe het werkt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 'Intro Politiek'
1.  Schrijf woorden op waar jij aan denkt bij 'politiek'. 
2.  Wat vind jij op dit moment het grootste probleem in de Nederlandse samenleving?
3. Bedenk 2 onderwerpen waar de politiek zich volgens jou mee bezig moet houden en 2 onderwerpen waar de politiek zich NIET mee bezig hoeft te houden.
4. Bedenk 2 redenen: Waarom zouden mensen politiek actief willen worden?
(Schrijf je antwoorden op een papier of in een tekstbestand om later in te leveren via teams)

timer
7:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij van Politiek? Doe samen met je klas de Quiz!
In deze quiz test jij jouw kennis van Politiek.  

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is de voorzitter van de 2de kamer?
A
Dick Schoof
B
Geert Wilders
C
Dennis Wiersma
D
Martin Bosma

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor zijn elk 5 jaar verkiezingen
A
De 1ste kamer
B
De 2de kamer
C
Europees parlement
D
De gemeenteraad

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit hoeveel landen bestaat het koningrijk der Nederlanden
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk jaar werd het algemeen kiesrecht ingevoerd
A
1917
B
1919
C
1945
D
1970

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe oud moet je zijn om 2de kamerlid te zijn?
A
16
B
18
C
25
D
30

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel partijen zitten in de 2kamer
A
10
B
12
C
14
D
15

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat in artikel 1 van de grondwet
A
Vrijheid van meningsuiting
B
Discriminatieverbod
C
Vrijheid van religie
D
Recht op onderwijs

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel gemeenten zijn er in Nederland
A
352
B
1121
C
537
D
150

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de werkkamer van de minister president
A
De Tweede Kamer
B
De Derde Kamer
C
De Ridderzaal
D
Het Torentje

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door wie worden de leden van de eerste kamer gekozen
A
De Tweede Kamer
B
De Provinciale Staten
C
De koning
D
De regering

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel zetels hebben de eerste en 2de kamer samen
A
225
B
150
C
350
D
170

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is het staatshoofd der Nederlanden?
A
Dick Schoof
B
Koning Willem Alexander
C
Vera Bergkamp
D
Geert Wilders

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goede kop! Waar past hij op?
Sleep de kop naar het juiste overhemd.

Slide 18 - Sleepvraag

Frans Timmerman
Esther Ouwehand
dilan yesilgoz
Pieter omtzigt

Goede kop! Waar past hij op?
Sleep de kop naar het juiste overhemd.

Slide 19 - Sleepvraag

Esther Ouwehand
Henri Bonte Ball

Maken: Portfolio opdracht 2 en inleveren Portfolio opdracht 1
AAN DE SLAG!
timer
8:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je kan de kenmerken van een (parlementaire) democratie en autoritaire regimes noemen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de voordelen van een democratie?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Democratie?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Overheidsfinanciën:
De overheid heeft geld nodig om zaken (van algemeen belang) te kunnen betalen.  Om aan geld te komen kan de overheid: 

  • Belasting heffen

  • Geld lenen
  • Minder uitgeven
Zet de legatimiteit van de overheid onder druk. Bij overheden met te weinig legitimiteit heeft dit vaak tot revolutie geleid.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies