week 38 - 3m3 NN H.3 Lezen 18/9/20

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel week 38

Je kunt met behulp van signaalwoorden de tekstverbanden: opsomming, tegenstelling en voorbeeld in een tekst herkennen en begrijpen.
Verbanden en signaalwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Vrijdag 18 september
Wat doen we vandaag?

  • Korte quiz 
  • Nakijken: H.3-Lezen, blz. 85: opdracht 3
  • Maken: opdracht 4, blz. 87

Slide 4 - Tekstslide

Verder oefenen met tekstverbanden. 
Doe de quiz! Pak je telefoon en log in LessonUp in met klascode: cudze
timer
1:30

Slide 5 - Tekstslide

Welke tekstverbanden ken je nu?

Slide 6 - Woordweb

Kies de twee goede antwoorden.

Tekstverbanden...
A
...geven alinea's aan
B
...geven het doel van een tekst aan
C
...geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben
D
...helpen je een tekst beter te begrijpen

Slide 7 - Quizvraag

Weet je nog?

'Zoals' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming

Slide 8 - Quizvraag

Weet je nog?

'Daarentegen' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming

Slide 9 - Quizvraag

Sleep de verbanden naar de juiste signaalwoorden
maar, daarentegen
Bijvoorbeeld, neem nou
Ten eerste, als laatste, ABC
Opsomming
Tegenstelling
Voorbeeld

Slide 10 - Sleepvraag

Weet je nog?

'Verder' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming

Slide 11 - Quizvraag

Weet je nog?

'Bovendien' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming

Slide 12 - Quizvraag

Weet je nog?

'Echter' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming

Slide 13 - Quizvraag

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
voorbeeld
echter
maar
ook
zo
daarnaast
zoals

Slide 14 - Sleepvraag

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag!
Maken H.3-Lezen, blz. 87: opdracht 4
Wat?
Met wie?
Hulp?

Klaar?
Huiswerk

Zelfstandig
timer
8:00
Vraag de docent om hulp
Maken H.4-Lezen, blz. 121: opdracht 1
Maken H.3-Lezen opdracht 4

Slide 15 - Tekstslide