Frankische rijk

2. De koning en zijn leenmannen
2. Karel de Grote en de Franken
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2,4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2. De koning en zijn leenmannen
2. Karel de Grote en de Franken

Slide 1 - Tekstslide

Programma
les 1
Frankische rijk
les 2
Renaissance
les 3
Reformatie
les 4
Gouden eeuw
les 5
Koloniaal verleden
Les 6
Napoleon

Slide 2 - Tekstslide

Belangrijke begrippen
 Karel de Grote​
Ridders/kastelen​
Leenstelsel/feodalisme/vazal/horige

Slide 3 - Tekstslide

Middeleeuwen

Slide 4 - Open vraag

Middeleeuwen
Kenmerken:
- 500 tot 1000 n. Chr vroege middeleeuwen
- 1000 tot 1500 n. Chr. Late middeleeuwen
- In het begin veel volksverhuizingen
- Later samenvoegen van kleine koningrijkjes
- Kloosters-> daar alleen leren lezen en schrijven
- Geloof staat centraal -> leven voor het hiernamaals (is leven na de dood -> paradijs)

Slide 5 - Tekstslide

Frankische rijk 
Veel volksverhuizingen​

Franken vestigde zich in Nederland.

Slide 6 - Tekstslide

Het Frankische Rijk
751-870



  • Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
  • De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.  
  • In het jaar 800 werd hij zelfs keizer van het Heilige Roomse Rijk

Slide 7 - Tekstslide

Karel de Grote

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Bestuur
  • Leenstelsel
  • Geen geld voor soldaten, dus:
  • In plaats van geld, land lenen aan legeraanvoerders
  • Zij krijgen: land + opbrengst land
  • Koning krijgt: trouw (eed) + soldaten
  • Leenmannen werden de adel
  • Bv. ridders, graven, hertog

Slide 11 - Tekstslide

Het leenstelsel
feodalisme
  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
  • hulp van vazallen: mannen die met hem meevochten
Geen geld maar in plaats van geld, land lenen aan legeraanvoerders
Zij krijgen: land + opbrengst land
Koning krijgt: trouw (eed) + soldaten
  • Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen

Slide 12 - Tekstslide

Keizer van het Heilige Roomse Rijk
Leo III kroont Karel  tot keizer. Deze afbeelding is ongeveer 500 jaar later gemaakt.
Leo III kroont Karel  tot keizer. Deze afbeelding is ongeveer 1000 jaar na de kroning gemaakt.
  • 799: Paus Leo III heeft oorlog met de Longobarden
  • De paus roept de hulp van Karel in en Karel verslaat de Longobarden
  • De paus kroonde Karel eerste kerstdag van het jaar 800 tot keizer van het Heilige Roomse Rijk. 
  • Karel werd de eerste keizer in meer dan 400 jaar. Hij noemde zichzelf soms: Augustus, Keizer van het Nieuwe Romeinse Rijk.

Slide 13 - Tekstslide

Opbloei!
  • Karel had veel interesse in cultuur en wetenschap. 
  • Hij liet kloosterscholen stichten en zorgde dat er een duidelijk schoolprogramma kwam
  • Hij liet het schrift verbeteren zodat het makkelijker werd om te schrijven.
  • Geloof vindt Karel erg belangrijk: als in zijn rijk iedereen christen is, is er meer eenheid. 
  • Hij had een munt die in heel zijn rijk geldig was
Karels handtekening. Omdat hij niet kon schrijven, tekende hij alleen twee streepjes.

Slide 14 - Tekstslide

Geestelijk, adel, boeren
Feodaal stelsel: ​
1e stand. Geestelijken traden ook op als ​bestuurders. Hogere functies werden door ​
adel bekleed zoals bisschoppen. ​Lagere functies door vrije boeren, zoals priester​

2de stand. Adel = de grondbezitters zoals: koningen, ​hertogen. Zij hadden ridders die land in ​
bruikleen kregen. ​Zij woonde in stenen huizen of kastelen ​

3de stand. Boeren
Vrije boeren mocht zelf bepalen waar hij werkt​ Horige boeren: lijfeigenen, hoort bij het land​













Slide 15 - Tekstslide

Leven op een kasteel
Middeleeuwse kastelen in Nederland zijn oa:​

    Muiderslot, Radboud en Loevestein

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video


Het Frankische Rijk valt uiteen

  • Het rijk werd na de dood van Karel de Grote steeds meer verdeeld en verdeeld en verdeeld...
  • De edelen trokken zich nog weinig aan van het leenstelsel en behielden zelf alle macht

Slide 19 - Tekstslide