1.3 De Republiek

Steden en burgers in de lage landen 
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Steden en burgers in de lage landen 

Slide 1 - Tekstslide

Tekst

Slide 2 - Tekstslide

Onderzoeksvraag paragraaf 3:
In hoeverre bepaalde de burgerij de ontwikkelingen in de Republiek in de Gouden eeuw (1602-1700)?
'tijd van regenten en vorsten'
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had

Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat

 De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek

Slide 3 - Tekstslide

ln deze les leer je: 
- over de rijkdom en status van de regenten
- problematiek in het buitenland en 
- waarom het vanaf 1648 minder goed gaat met de Republiek

Slide 4 - Tekstslide

rijkdom en status

Slide 5 - Tekstslide

rijkdom en status

Slide 6 - Tekstslide

rijkdom en status

Slide 7 - Tekstslide

rijkdom en status

Slide 8 - Tekstslide

Hoe sterk waren de landen rondom de Republiek?

Slide 9 - Tekstslide

Waarom gaat het vanaf 1648 minder goed met de Republiek?

Slide 10 - Tekstslide

Waarom gaat het vanaf 1648 minder goed met de Republiek?

Slide 11 - Tekstslide

Waarom gaat het vanaf 1648 minder goed met de Republiek?

Slide 12 - Tekstslide

Waarom gaat het vanaf 1648 minder goed met de Republiek?
- Voor 1648: Republiek vocht mét Fr en Eng tegen Spanje.
- Na 1648: oude bondgenootschappen verdwenen. Republiek staat alleen.

Slide 13 - Tekstslide

Waarom gaat het vanaf 1648 minder goed met de Republiek?
Regenten:
- trekken zich terug uit de handel

Slide 14 - Tekstslide

Waarom gaat het vanaf 1648 minder goed met de Republiek?
Regenten:
- trekken zich terug uit de handel
- lenen geld uit aan buitenlandse ondernemers en machthebbers 


Slide 15 - Tekstslide

Waarom gaat het vanaf 1648 minder goed met de Republiek?
Regenten (oligarchen)
- trekken zich terug uit de handel (
- lenen geld uit aan buitenlandse ondernemers en machthebbers 


stellen hun economische én politieke macht veilig.
Macht bij gewesten en steden!

Slide 16 - Tekstslide

Waarom gaat het vanaf 1648 minder goed met de Republiek?
Regenten:
- trekken zich terug uit de handel
- lenen geld uit aan buitenlandse ondernemers en machthebbers 


stellen hun economische én politieke macht veilig.
Macht bij gewesten en steden!
- De stadhouder! (wilde eenheid)
- Het gemeen (profiteerde niet van de Gouden Eeuw) 
(zie les 1)

Slide 17 - Tekstslide

Bestuur in de Republiek
De stadhouder van Holland was ook de stadhouder van Utrecht, Zeeland, Gelderland en Overijssel
In 1648 was dat Prins Willem II van Oranje

De raadspensionaris van Holland was de hoogste en machtigste ambtenaar. 


Slide 18 - Tekstslide

Waarom gaat het vanaf 1648 minder goed met de Republiek?
1650

Slide 19 - Tekstslide

Waarom gaat het vanaf 1648 minder goed met de Republiek?
1650

Slide 20 - Tekstslide

Waarom gaat het vanaf 1648 minder goed met de Republiek?
1650
Willem II van Oranje
(1626–1650)

Slide 21 - Tekstslide

Waarom gaat het vanaf 1648 minder goed met de Republiek?
1650
Willem II van Oranje
(1626–1650)
X

Slide 22 - Tekstslide

Waarom gaat het vanaf 1648 minder goed met de Republiek?
1650

Slide 23 - Tekstslide

Waarom gaat het vanaf 1648 minder goed met de Republiek?

Slide 24 - Tekstslide

huiswerk.....
Maken 4, 5, 6 + Examenbundel (blz 49-51) opdracht 14 t/m 17

Slide 25 - Tekstslide

Het einde van de Gouden Eeuw

Slide 26 - Tekstslide

Economie gaat op en neer


Meestal met een goede reden

Slide 27 - Tekstslide


Zonder stadhouder verder
1650-1672


  • De stadhouder (Prins van Oranje) is de hoogste militaire baas in de Republiek
  • Als stadhouder Willem II in 1650 plotseling overlijdt is zijn zoon nog niet eens geboren (pas acht dagen later)
  • Sommige regenten zijn van mening dat er geen nieuwe stadhouder hoeft te komen: ze kunnen het wel alleen!






Johan de Witt werd in 1653 de nieuwe raadspensionaris. Tijdens een oorlog met Engeland liet hij een sterke vloot bouwen waarmee Michiel de Ruijter in 1667 de Engelsen versloeg.

De Witt was fel anti-stadhouder: "Vertrouw nooit een Oranje", had zijn vader ooit tegen hem gezegd.

Slide 28 - Tekstslide

Michiel de Ruyter
Michiel de Ruyter werd opperbevelhebber van de vloten op zee. Zijn manschappen kregen goed eten en warme kleding, terwijl andere kapiteins dit liever in eigen zak hielden. Hij kreeg dan ook als erenaam 'Bestevaer' wat goede vader of grootvader betekent!
3
De machtigste man
Johan de Witt
Johan de Witt werd in 1653 raadspensionaris van het gewest Holland, net als Johan van Oldenbarnevelt dat ooit was.
Hij werd zo de machtigste man van de republiek omdat er geen stadhouder was!
1
Oorlogsvloot
Johan de wit zorgde voor een sterke oorlogsvloot om de zeeoorlogen met Engeland te kunnen winnen. De baas op zee was belangrijk voor de handel en dus voor de welvaart van de republiek.
2

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Rampjaar
Radeloos : de regenten wisten niet goed wat te doen.
Reddeloos : de Republiek leek verloren
Redeloos : het volk was (onterecht) woedend op Johan de Witt

1672 > De Republiek aangevallen door
Engeland, Frankrijk en Munster/Keulen

Slide 31 - Tekstslide


Het Rampjaar
1672



  • In 1672 vielen de Engelsen, Fransen en Duitsers tegelijkertijd Nederland aan.
  • Op zee wist De Ruijter de Engelsen tegen te houden, maar het landleger is te zwak
  • Sommigen gaven De Witt de schuld: hij had ook het leger moeten versterken
  • Samen met zijn broer Cornelis werd hij afgeslacht en opgehangen






Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Van Gouden Eeuw naar Zilveren Eeuw 
  • De Republiek overleefde het en bleef zo'n 40 jaar dé economische grootmacht, maar verloor gaandeweg aan een groter en centraal bestuurd Engeland en Frankrijk.
  • Londen werd rond 1700 het nieuwe internationale handelscentrum. 
  • Van Atrecht --> Brugge --> Antwerpen --> Amsterdam --> Londen

Slide 34 - Tekstslide

Maken 
Opdracht 7 t/m 18 + examenbundel 18 t/m 20. 

Slide 35 - Tekstslide

  • 20 minuten: Opdracht Ieder wordt expert
  • 10 minuten: Opdracht Puzzelgroep
  • 10-15 minuten: Ieder groepje presenteert z'n persoon 

Slide 36 - Tekstslide