1.3 Het ontstaan van centrum en periferie

- Je weet wat globalisering is.
- Je begrijpt hoe technologische ontwikkelingen en globalisering met elkaar samenhangen.
-Je weet wat tijdruimtecompressie is.
- Je kent het verschil tussen relatieve en absolute afstand
timer
15:00
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

- Je weet wat globalisering is.
- Je begrijpt hoe technologische ontwikkelingen en globalisering met elkaar samenhangen.
-Je weet wat tijdruimtecompressie is.
- Je kent het verschil tussen relatieve en absolute afstand
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

1.3 Het ontstaan van centrum en periferie

Slide 2 - Tekstslide

Lezen paragraaf 1.3
timer
5:00
Je weet waarvoor koloniën werden gebruikt.
Je weet welke rol kolonialisme speelt bij globalisering.
Je begrijpt het ontstaan van centrum-periferietegenstellingen.
Je kunt effecten noemen van de centrum-periferietegenstellingen voor periferielanden.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Het onder koloniaal gezag brengen van grote delen van Afrika, Amerika en Azië door (vooral) Europese staten. Het doel was het dienen van de economische belangen van deze Europese staten.
Kolonie die diende als vestigingsgebied voor Europeanen.
Kolonie waar de nadruk lag op exploitatie van grondstoffen en landbouwproducten.
De ontwikkeling van koloniën naar zelfbestuur en onafhankelijkheid.
kolonialisme
vestigingskolonie
dekolonisatie
exploitatiekolonie

Slide 5 - Sleepvraag

Samenstelling van de import en export van Afrika ten zuiden van de Sahara (als percentage van de totale exportwaarde in Amerikaanse dollars in 2017).
Welk begrip hoort bij de import en export van Afrika?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Spread- en backwasheffect
Centrum - periferie model

Slide 8 - Tekstslide

Hoe verandert de beroepsbevolking als een land zich gaat ontwikkelen? Zet de zinnen in de juiste volgorde.
 

1.
2.
3.
Meer mensen gaan in de industrie werken.
Het grootste deel van de beroepsbevolking werkt in de landbouw.
Het grootste deel van de beroepsbevolking werkt in de dienstensector.

Slide 9 - Sleepvraag

CE vraag. Gebruik de bron . In 1924 ging een Brits bedrijf babyvoeding verkopen in het toenmalige
Brits-Indië. Beschrijf dat dit een goed voorbeeld
is van de toenmalige mondiale centrum-periferieverhoudingen.

Slide 10 - Open vraag

6

Slide 11 - Video

Je weet waarvoor koloniën werden gebruikt.
Je weet welke rol kolonialisme speelt bij globalisering.
Je begrijpt het ontstaan van centrum-periferietegenstellingen.
Je kunt effecten noemen van de centrum-periferietegenstellingen voor periferielanden.
Ken je de leerdoelen?

Slide 12 - Tekstslide

00:44
Leg kort uit wat het centrum periferie model inhoudt

Slide 13 - Open vraag

01:00
Centrum
Periferie
Semi Periferie

Slide 14 - Sleepvraag

01:22
Welk gebied zou je in Nederland het centrum kunnen noemen?

Slide 15 - Open vraag

02:16
Nederlandse koloniën

Slide 16 - Woordweb

03:27
Wat betekent demografische transitie?

Slide 17 - Open vraag

04:07
Wat is de juiste volgorde van kolonisatie?
A
exploitatiekolonie - dekolonisatie-vestigingskolonie
B
vestigingskolonie - dekolonisatie-exploitatiekolonie
C
Vestigingskolonie - exploitatiekolonie - dekolonisatie
D
dekolonisatie-exploitatiekolonie - vestigingskolonie

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk :Lezen en maken t/m 1.3. 



Slide 19 - Tekstslide