Tekstverwerken blok 3 les 1 groep 6

Tekstverwerken blok 3 les 1
Doel:
Tekst interpreteren: Voordat je een tekst gaat lezen is het handig om de globale indeling te herkennen.
In de inleiding lees je waar de tekst over gaat.
In de kern staat de informatie van de tekst.
In het slot staat de conclusie of een samenvatting van het belangrijkste deel van de tekst.

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Tekstverwerken blok 3 les 1
Doel:
Tekst interpreteren: Voordat je een tekst gaat lezen is het handig om de globale indeling te herkennen.
In de inleiding lees je waar de tekst over gaat.
In de kern staat de informatie van de tekst.
In het slot staat de conclusie of een samenvatting van het belangrijkste deel van de tekst.

Slide 1 - Tekstslide

In de vorige les hebben jullie een tekst gelezen over kauwgom. In deze toets moest je laten zien dat je weet dat er vier soorten tekst zijn. 
Ook moest je aangeven wat een alinea is. En hoe je in 1 zin kunt zeggen waar die alinea over gaat: de kernzin.

Vandaag ga je verder met de globale opbouw van een tekst. Je begrijpt een tekst beter als je snel ziet hoe hij is opgebouwd.

Slide 2 - Tekstslide

Welke vier soorten teksten zijn er?
A
Tijdschrift, krant, leesboek, stripboek
B
Donald Duck, Suske en wiske, Tina en junior quest
C
brief, bericht, leertekst, instructie

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

goochelaar

Slide 6 - Woordweb

Een tekst bestaat uit een : inleiding, kern en slot. In welk stukje staat waar deze tekst over gaat?
A
In het slot.
B
In de kern.
C
In de inleiding.

Slide 7 - Quizvraag

Deze tekst gaat over goochelen en goochelaars. Waar vind je daar informatie over?
A
In de inleiding.
B
In de kern.
C
In het slot.

Slide 8 - Quizvraag

Waar sluit de schrijver het onderwerp af?
A
In de inleiding.
B
In het slot.
C
In de kern.

Slide 9 - Quizvraag

Wij gaan nu de tekst in het boek lezen.
Daarna maken jullie de vragen.
Doe je chromebook maar in je la.

Slide 10 - Tekstslide