Gewoonte 6 Synergie

Gewoonte 6: Synergie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Gewoonte 6: Synergie

Slide 1 - Tekstslide

Synergie betekent:
wanneer 2 of meer mensen samenwerken om een betere oplossing te bedenken dan 1 van die personen alleen zou kunnen.

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeelden van synergie
ganzen, neushoorn, sequoia's

Slide 3 - Tekstslide

Synergie is:

  • Open staan voor verschillen
  • Samenwerking
  • Onbevooroordeeld zijn
  • Naar nieuwe en betere manieren zoeken
Synergie is niet:

  • Verschillen verdragen
  • Onafhankelijk werken
  • Denken dat jij altijd gelijk hebt
  • Compromissen sluiten

Slide 4 - Tekstslide

Open staan voor verschillen

Niveau 1: verschillen mijden
Niveau 2: verschillen tolereren (verdragen)
Niveau 3: openstaan voor verschillen

Slide 5 - Tekstslide

Bij welke groep denk jij dat je hoort?
Probeer eerlijk en kritisch te zijn naar jezelf!
A
Niveau 1: ik probeer verschillen zoveel mogelijk te vermijden.
B
Niveau 2: ik verdraag verschillen. 'Jij leidt jouw leven, ik het mijne.'
C
Ik sta open voor verschillen en waardeer het als anderen anders zijn dan ik.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Wat zie jij op het plaatje?

Slide 8 - Open vraag

We zijn allemaal een minderheid van één.

  • we denken anders
  • we doen anders
  • we zien anders
  • we hebben een andere mening

Slide 9 - Tekstslide

Hoe vind jij het dat mensen zo verschillend zijn?

Slide 10 - Open vraag

Opdracht
Gebruik de hand-out bij deze les

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Lees elke horizontale rij en zet een 4 in het hokje met de eigenschap die jou het beste beschrijft. Zet een 3 in het hokje die jou daarna het beste beschrijft. Zet een 2 en 1 bij de woorden die je het minst beschrijven. Doe dit bij elke rij.
Tel daarna, per kolom, de punten bij elkaar op en vul die onderaan in. (het voorbeeld niet meetellen :-))

Slide 12 - Tekstslide

In welk vakje had jij de hoogste score?
A
Kolom 1: Druiven
B
Kolom 2: Sinaasappels
C
Kolom 3: Bananen
D
Kolom 4: Meloenen

Slide 13 - Quizvraag

Betekenis Druiven

Slide 14 - Tekstslide

Betekenis Sinaasappels

Slide 15 - Tekstslide

Betekenis Bananen

Slide 16 - Tekstslide

Betekenis Meloenen

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de opdrachten in je studiewijzer!

Slide 18 - Tekstslide