4 havo lit.H2H3

4 havo - 2 november
huiswerk nakijken (opdracht 1 t/m 3)
instructie H3 'literaire genres'
opdrachten/lezen/toets nabespreken

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4 havo - 2 november
huiswerk nakijken (opdracht 1 t/m 3)
instructie H3 'literaire genres'
opdrachten/lezen/toets nabespreken

Slide 1 - Tekstslide

huiswerk
H2 'fictie en werkelijkheid'

Slide 2 - Tekstslide

1 De grens tussen fictie en non-fictie is moeilijk te trekken omdat alle literatuur een relatie heeft met de werkelijkheid, anders zouden we er niets van begrijpen.

2 Als schrijvers bezig zijn een boek te schrijven, doen ze met hun geest en andere bronnen onderzoek naar hoe hun fictieve personages zich zullen gedragen in allerlei fictieve situaties, en wat ze daarbij zullen denken en voelen. De schrijver zal proberen zo goed mogelijk het echte leven te benaderen, want anders is het niet geloofwaardig voor de lezer. 

Slide 3 - Tekstslide

3 a Iemand die aanzet tot racisme kan voor de rechter worden gesleept omdat die de wet overtreedt (artikel 1 van de Nederlandse grondwet).

b Een romanschrijver kan niet persoonlijk verantwoordelijk worden gesteld voor de wettelijke
overtredingen van een fictief romanpersonage.

c Schrijvers krijgen deze bescherming omdat anders iedereen die zich aangesproken voelt door wat een personage zegt of doet, de schrijver kan aanklagen. Hierdoor zou het voor een schrijver praktisch onmogelijk worden om nog een verhaal te publiceren. (Ditzelfde geldt voor andere vormen van fictie, zoals film, toneel en strips.) 

Slide 4 - Tekstslide

literaire genres
Genre: soort
De verschillende genres helpen je om te weten wat je van een bepaald boek kunt verwachten.

Slide 5 - Tekstslide

literaire genres
non-fictie: psychologie - geneeskunde - rechten - economie -etc.

fictie: thriller - fantasy - science fiction - young adult  - detective - sprookjes - etc.

Slide 6 - Tekstslide

hoofdgenres literatuur
literatuur: oudste kunstvorm
eerste genre stamt uit de Griekse oudheid
Plato : 'Er bestaan drie manieren van vertellen.'
  1. De auteur vertelt het verhaal: lyriek
  2. De personages vertellen  het verhaal: dramatiek
  3. De auteur en de personages vertellen het verhaal: epiek

Slide 7 - Tekstslide

literaire genres
nu
  • lyriek: poëzie en liedteksten (vroeger zong de dichter liederen met de lier)
  • epiek: verzamelnaam van alle literaire teksten (Griekse 'epos'= heldendicht)
  • dramatiek: toneel en film (het meest realistische genre, de toeschouwer is direct getuige van de gebeurtenissen op het toneel of in de film, zonder inmenging van de verteller)


Slide 8 - Tekstslide

literair proza
middeleeuwen (Karelepiek, Arthurepiek)
verhalen in rijmvorm (mondeling)
genres: mythen, sagen, sprookjes, fabels

Slide 9 - Tekstslide

Romans en verhalen
grondelementen:
  • gebeurtenissen
  • personages
  • perspectief
  • tijd en plaats

Slide 10 - Tekstslide

Lees de tekst op blz. 136-137 (handboek)
maak opdracht 1,2 en 3 op blz. 138 (oefenboek)

Slide 11 - Tekstslide

antwoorden
1 De kenmerken van genres worden vastgesteld op basis van vorm, inhoud en doelgroep.

2 Kennis van genres helpt de lezer bij de keuze van boeken of dichtbundels die aansluiten bij zijn voorkeuren.
3 Kennis van genres helpt de schrijver bij de keuze van hoe hij het verhaal het liefst wil vertellen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Tekstslide