Quiz voorlichting, methodisch werken

G0BOO, Week 45 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

G0BOO, Week 45 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een voorlichtingsplan is:

A
Op een begrijpelijke wijze voorlichting geven
B
Vertellen over de kennis die je hebt over het onderwerp , die je overdraagt op verschillende zorgvragers.
C
In kleine stapjes op verschillende momenten (dag/week) voorlichting geven aan de zorgvrager. Met een duidelijk doel
D
Voorlichting aan de zorgvrager volgens een vooraf opgezet plan. Aangepast op de behoefte en kennis van de zorgvrager

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer geef je voorlichting en advies?
A
Informatie geven over specifieke onderwerpen zoals een behandeling, onderzoek of ziekte
B
Helpt de zorgvrager om beter voor zichzelf te zorgen
C
Helpen om inzicht te krijgen in bijvoorbeeld zijn ziekte of behandeling.
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij voorlichting maak je onder andere gebruik van--> folders, voorbeelden, filmpjes etc.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij voorlichting zorg je voor: 
  • Duidelijk doel
  • Ruimte voor vragen
  • Aansluiten bij de zorgvrager: bijv. niet te moeilijke woorden, verschil kind en volwassen. Zorgvrager moet er open voor staan
  • Herhalen van de informatie
  • Hulpmiddelen: folder, voorbeelden laten zien, filmpjes etc.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent coping?

A
Ergens meezitten
B
Hoe je omgaat met problemen ziekte/aandoening/omgeving.
C
Iemand helpen
D
Iets verbergen voor je omgeving

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk jaar introduceerde de WHO wat gezondheid inhield?
A
1948
B
1950
C
1947
D
1952

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar hangt het succes van de voorlichting vanaf?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van lichamelijke reacties zijn: pijn, gewichtsverandering, eetlust, slaapritme en conditie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkverzuim is geen voorbeeld van ziektegedrag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Het gaat om onbewuste processen: de zorgvrager waant zich veilig in de inmiddels vertrouwde situatie van ziek-zijn. Het is dan heel natuurlijk om aan dat veilige en vertrouwde vast te houden
Een goede manier om in contact te komen of te blijven met zorgvragers die zich passief opstellen of niet (durven) praten, is samen iets te doen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is instructie?
A
Leg je de zorgvrager iets uit
B
Laat je zien hoe hij in een situatie het beste kan handelen.
C
Wil je als zorgverlener bereiken dat de zorgvrager in het vervolg zichzelf kan helpen.
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ziektegedrag?

Slide 13 - Open vraag

iemand gedraagt zich ziek door anders te functioneren dan normaal 
De eerste stap van een voorlichtingsplan is:
A
Planning:  7 W’s: Wie, Waarom, Wat, Wijze, Waar, Wanneer en Wie doet wat
B
Diagnose:  Gegevens zorgvrager  Gedrag zorgvrager  Doel
C
Evaluatie: Wat, wanneer en hoe.
D
Uitvoering:  Specifieke tips

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is de definitie van gezondheid?

Slide 15 - Woordweb

Eigenlijk is bijna niemand gezond volgens de gezondheidsdefinitie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) uit 1948. Deze definitie luidt namelijk: Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet van louter het ontbreken van ziekte. Want wie bevindt zich ooit in die toestand?
Wat zijn de aspecten van ziekte?
A
Ziektediagnose
B
Ziektegedrag
C
Ziektebeleving
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het model van gedragsverandering bestaat uit 6 fases namelijk: openstaan, begrijpen, willen, kunnen, doen, volhouden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel fasen zijn er in het verwerkingsproces?
A
Drie
B
vijf
C
zes
D
acht

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel w's worden er omschreven in het plan van aanpak (zorgplan)
A
7
B
5
C
6
D
8

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De 7 W’s zijn: Wie, Waarom, Wat, Wijze, Waar, Wanneer en Wie doet wat

A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgens de methode uit ZorgPad is de motivatie om te veranderen afhankelijk van drie dingen:

willen: het belang inzien om te veranderen

kunnen: vertrouwen hebben in verandering

klaar zijn: het stellen van prioriteiten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is intrinsieke motivatie?

Slide 22 - Woordweb

Intrinsieke motivatie betekent dat iemand niet gemotiveerd is omdat hij een beloning kan krijgen, maar dat hij gemotiveerd is omdat hij zelf, van binnenuit, wil veranderen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies