Havo 4 - argumenteren les 3 testje

Cursus 2 - argumenteren
      par. 2 Argumentatiestructuren
Doelen:
  • Ik kan onderscheid maken tussen enkelvoudige, onderschikkende en nevenschikkende argumentatie, tussen afhankelijke en onafhankelijke argumenten, tussen standpunt en argument.
  • Ik kan een argumentatie weergeven in een blokjesschema.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Cursus 2 - argumenteren
      par. 2 Argumentatiestructuren
Doelen:
  • Ik kan onderscheid maken tussen enkelvoudige, onderschikkende en nevenschikkende argumentatie, tussen afhankelijke en onafhankelijke argumenten, tussen standpunt en argument.
  • Ik kan een argumentatie weergeven in een blokjesschema.

Slide 1 - Tekstslide

Testje, heb je het begrepen?

Slide 2 - Tekstslide

Stelling: 
Maastricht is een prima stad om een 
excursie voor CKV te organiseren. 
Waarderend argument
Feitelijk argument
In Maastricht kan je verschillende musea en galeries bezoeken
Maastricht heeft een gezellige binnenstad

Slide 3 - Sleepvraag

Argumentatiestructuren

Slide 4 - Tekstslide

Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Bij welke argumentatiestructuur heb je maar één argument?
A
enkelvoudige argumentatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet deze argumentatiestructuur?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie met onafhankelijk argument
D
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijk argument.

Slide 7 - Quizvraag

Welke argumentatiestructuur?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie

Slide 8 - Quizvraag

Welke argumentatiestructuur?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie

Slide 9 - Quizvraag

Het Mendelcollege is een goede school. Het zit in een mooi gebouw en de leerlingen kunnen zich ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 10 - Quizvraag


Welke argumentatiestructuur?
A
nevenschikkend - onafhankelijk
B
nevenschikkend - afhankelijk
C
onderschikkend
D
onder- en nevenschikkend

Slide 11 - Quizvraag