unité 1: grammaire lidwoord

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

la tâche de début
Vocabulaire: Overleg in tweetallen. 









Traduis - Vertaal onderstaande woorden
  • De jongen
  • Het meisje
  • de klas
  • de school
  • de vriend

Kijk op pagina 36/37 in je boek.
timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Aujourd'hui
  • La tâche de début
  • grammaire: lidwoord
  • au travail! fait les exercices

Slide 3 - Tekstslide

Prenez votre chromebook
Log in sur lessonup.app.

Gebruik je eigen naam.



Slide 4 - Tekstslide

L'article / Het lidwoord

Wat is een lidwoord?

Slide 5 - Tekstslide

L'article / Het lidwoord
In het Nederlands heb je 3 lidwoorden: DE, HET & EEN 
(bijvoorbeeld: HET boek, DE appel, EEN auto.)

In het Frans heb je er 5:
  • Le
  • la
  • les
  • un
  • une

Slide 6 - Tekstslide

(het) ...... fille
A
le
B
la

Slide 7 - Quizvraag

LE
LA
pays
fille
madame
classe
fille
France
rue
collège
garçon
quartier
monsieur
garçon

Slide 8 - Sleepvraag

L'article / Het lidwoord
In het Frans zijn zelfstandig naamwoorden mannelijk of vrouwelijk.

Le = mannelijk enkelvoud                   (le frère, le garçon)
La = vrouwelijk enkelvoud                   (la fille, la sœur)
l' = klinkerbotsing                                   (l'ami, l'hôtel)
les = meervoud                                        (les frères, les filles, les amis)

In de woordenlijst (vocabulaire) staat er altijd le/la of (m)/(v)

Slide 9 - Tekstslide

De school
......école
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 10 - Quizvraag

De klas
.......classe
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 11 - Quizvraag

de meisjes
.........filles
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 12 - Quizvraag

Maak meervoudig:
le garçon (de jongen)
.........................(de jongens)
A
Les garçon
B
le garçons
C
les garçons
D
l'garçons

Slide 13 - Quizvraag

Maak meervoudig:
la madame (de vrouw)
.........................(de vrouwen)
A
La madames
B
les madames
C
l'madames
D
les madame

Slide 14 - Quizvraag

Maak meervoudig
De stad = la ville
de steden = ....................

Slide 15 - Open vraag

DE/HET
Le = mannelijk enkelvoud                   
La = vrouwelijk enkelvoud                  
l' = klinkerbotsing                                  
les = meervoud

EEN
UN = mannelijk enkelvoud
UNE = vrouwelijk enkelvoud                                  

Le frère => un frère 
La fille => une fille 

LE --> UN
LA --> UNE



Slide 16 - Tekstslide

UN
UNE
pays
fille
madame
classe
fille
France
rue
collège
garçon
quartier
monsieur
garçon

Slide 17 - Sleepvraag

Tot slot
Het lidwoord 'een' vertaal je met un of une
un collège, une fille, un hôtel, etcetera....

Bij meervouw gebruik je in het Nederlands geen lidwoord. In het Frans gebruik je DES
un collège --> des collèges
un ami --> des amis
une fille --> des filles

Slide 18 - Tekstslide

Samenvatting
le, la, les & l' = de & het
un & une       = een

Wanneer je iets in meervoud wil zetten:

le garçon - les garçons
un garçon - des garçons

Slide 19 - Tekstslide

Fini


Ruim je chromebook op en pak je lesboek op pagina 25

Slide 20 - Tekstslide

Au travail !
Wat?
Exercices 16A(B), B, C & D
blz 25
Met wie en hoe?
- In tweetallen.
- Je mag hardop overleggen

Hulp nodig?
- Kijk op pagina 26, 36 &37
- ik loop rond voor vragen
Tijd?

Klaar?
Leer de vocabulaire van apprendre 1 t/m 5 op pagina 36/37
timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Lesafsluiting
Hoe zeg je in het Frans:
  • Het boek
  • De laptop
  • Mevrouw, mag ik naar de wc?
  • Kunt u dat herhalen?

Slide 22 - Tekstslide