In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Waar komen de bedragen in de proefbalans vandaan?
A
het journaal
B
de balans
C
het grootboek
D
geen van de drie antwoorden is juist
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Als je de totaaltelling van de proefbalans vergelijkt met de totaaltelling van de saldibalans, dan is de telling van de proefbalans:
A
altijd hoger dan de telling van de saldibalans.
B
soms hoger dan de telling van de saldibalans.
C
altijd lager dan de telling van de saldibalans.
D
soms lager dan de telling van de saldibalans.
Slide 12 - Quizvraag
tijdsbestek waarin alle financiële veranderingen worden verwerkt om te komen tot een winst-en-verliesrekening, eindbalans en toelichting
.
Een overzicht waarop de tellingen van de grootboekrekeningen onder
elkaar worden geplaatst en opgeteld. De totaaltelling van de proefbalans moet gelijk zijn aan de telling van het journaal.
omzet (opbrengst verkopen) min de inkoopwaarde van de omzet bij een
handelsonderneming
Een overzicht dat is samengesteld uit de proefbalans. Op dit overzicht
komen de saldi van alle grootboekrekeningen onder elkaar te staan.
brutowinst
proefbalans
saldibalans
boekingsperiode
Slide 13 - Sleepvraag
Wat is de juiste volgorde binnen de boekhoudkundige cyclus?
Saldibalans
Proefbalans
Eindbalans
Grootboek
Winst-en-verlies rekening
1
2
3
4
5
Slide 14 - Sleepvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
overzicht van alle bezittingen, schulden en het eigen vermogen aan het
einde van een boekhoudkundige periode
overzicht waarop debet de kosten (inclusief de inkoopwaarde van
de verkopen) en credit de opbrengsten gedurende een periode staan
brutowinst min de bedrijfskosten die een onderneming maakt
financieel totaaloverzicht bestaande uit proefbalans, saldibalans,
winst-en-verliesrekening en eindbalans
kolommenbalans
winst-en-verliesrekening
nettowinst
eindbalans
Slide 20 - Sleepvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Uitspraak 1: De balansrekeningen vind je in de rubrieken 0, 1, 2 en 7. Uitspraak 2: De winst-en-verliesrekeningen vind je in de rubrieken 4, 8 en 9. Kies het juiste antwoord.
A
Uitspraak 1 is juist, uitspraak 2 is onjuist.
B
Uitspraak 1 is onjuist, uitspraak 2 is juist.
C
Beide uitspraken zijn juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Van welke rekening(en) op de saldibalans komt het saldo niet in de winst-enverliesrekening of op de eindbalans terecht?
A
de rekening Eigen vermogen
B
de rekeningen Eigen vermogen en Privé
C
De saldi van alle rekeningen komen op de winst-en-verliesrekening of de eindbalans.
D
de rekening Privé
Slide 33 - Quizvraag
Waardoor kan het eigen vermogen gedurende een periode dalen, terwijl er in die periode wel een saldo winst is behaald?