22-01-2021

Goedemiddag!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Goedemiddag!

Slide 1 - Tekstslide

Bronnen
Bronnen zijn alles waarmee je iets over het verleden te weten kan komen. Hoe klein het ook is.

We gaan vandaag jullie bronopdracht bespreken. Pak hem er even bij, ook al heb je hem nog niet helemaal af.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les kan je zelfstandig beoordelen of een bron betrouwbaar is.

Slide 3 - Tekstslide

Soorten Bronnen
  • Geschreven bronnen
  • Ongeschreven bronnen 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een geschreven bron?
A
Iets waar op geschreven is, bijvoorbeeld een bladzijde uit een boek
B
Iets waar op getekend is, bijvoorbeeld een schilderij
C
Iets dat in de grond ligt
D
Een gesprek dat is opgenomen, zoals bijvoorbeeld op de radio

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een ongeschreven bron?
A
Een gedachte in je hoofd
B
Altijd een standbeeld
C
Alle bronnen die geen geschreven bronnen zijn
D
Alles waarmee je iets over het verleden te weten kan komen

Slide 6 - Quizvraag

Betrouwbaarheid
  1. Was de bron uit de tijd zelf?
  2. Wie heeft de bron gemaakt en waarom?
  3. Staan er vooral feiten of meningen in de bron?
  4. Kun je de feiten in deze bron ook ergens anders vinden?

Slide 7 - Tekstslide

Was de bron uit de tijd zelf?

Als je iets wilt onderzoeken over gladiatoren, wat is dan een bron uit de tijd zelf?
A
B
C

Slide 8 - Quizvraag

Feit of mening

De Romeinen hadden flatgebouwen
A
Feit
B
Mening

Slide 9 - Quizvraag

Feit of mening

Gladiatoren waren stoer
A
Feit
B
Mening

Slide 10 - Quizvraag

Feit of mening

De christenen geloven in één god
A
Feit
B
Mening

Slide 11 - Quizvraag

Feit of mening

Constantijn was een Romeinse keizer
A
Feit
B
Mening

Slide 12 - Quizvraag

Feit of mening

Keizer Nero gaf de christenen de schuld van de brand in Rome
A
Feit
B
Mening

Slide 13 - Quizvraag

Feit of mening

Constantijn had een droom om
A
Feit
B
Mening
C
Allebei, en toch geen van beide

Slide 14 - Quizvraag

Opdracht
Geef antwoord op de vier vragen die je aan een bron moet stellen om erachter te komen of deze bron betrouwbaar is.

Slide 15 - Tekstslide

Eusebius. Een van de eerste Christelijke dichters 
(325 na Chr.)
In zijn slaap zag Constantijn toen Christus, de zoon van God. Samen met het teken dat in de hemel was verschenen. Christus droeg hem op om een kopie van dat teken te maken en het als afweermiddel bij z'n ontmoetingen met de vijand te gebruiken.

De volgende morgen vertelde Constantijn z'n vrienden van het wonderbaarlijke voorval. Daarna riep hij de bewerkers van goud en edelstenen bij elkaar. Hij beschreef hoe het teken eruit had gezien, en hij gaf hen vervolgens de opdracht het van goud en edelstenen na te maken. 

Slide 16 - Tekstslide

Betrouwbaarheid
  1. Was de bron uit de tijd zelf?
  2. Wie heeft de bron gemaakt en waarom?
  3. Staan er vooral feiten of meningen in de bron?
  4. Kun je de feiten in deze bron ook ergens anders vinden?

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
  • Was de bron uit de tijd zelf?
Ja. Eusebius schreef dit in 325 en toen leefde Constantijn ook

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
  • Was de bron uit de tijd zelf?
Ja. Eusebius schreef dit in 325 en toen leefde Constantijn ook
  • Wie heeft de bron gemaakt en waarom?
Eusebius. Een Christelijke schrijver. Hij was waarschijnlijk blij dat Constantijn ook een Christen was. Hij wilde waarschijnlijk dat iedereen zou geloven dat Constantijn Jezus echt had gezien

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht
  • Was de bron uit de tijd zelf?
Ja. Eusebius schreef dit in 325 en toen leefde Constantijn ook
  • Wie heeft de bron gemaakt en waarom?
Eusebius. Een Christelijke schrijver. Hij was waarschijnlijk blij dat Constantijn ook een Christen was. Hij wilde waarschijnlijk dat iedereen zou geloven dat Constantijn Jezus echt had gezien
  • Staan er vooral feiten of meningen in de bron?
Hij vertelt het alsof het feiten zijn. Maar niemand kan de droom van Constantijn echt gezien hebben, behalve Constantijn. Het zijn dus feiten maar het is niet te controleren.
  • Kun je de feiten in deze bron ook ergens anders vinden?

Slide 20 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les kan je zelfstandig beoordelen of een bron betrouwbaar is.

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
Maak alle vragen van paragraaf 3.4

Klaar?
Lees paragraaf 3.5

Slide 22 - Tekstslide