In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Economie
4GT
H1§1
Produceren
Slide 1 - Tekstslide
Werklozen die werk zoeken
Beroepsbevolking
Beroepsbevolking:
Alle mensen tussen 15 en 75 jaar die werken of willen werken
Werkzame beroepsbevolking:
Het werkzame deel van de beroepsbevolking
Slide 2 - Tekstslide
Werken voor de winst H1.1: produceren
De beroepsbevolking is werkzaam in:
Marktsector / particuliere sector
Alle bedrijven die uit zijn op winst horen tot deze sector (ook particuliere sector genoemd)
Collectieve sector
Alle bedrijven die NIET uit zijn op winst horen tot deze sector
Slide 3 - Tekstslide
De marktsector/collectieve sector
Marktsector/ Particuliere sector
Streeft naar winst/ gemaakte kosten terugverdienen
Collectieve sector
Overheid, gezondheidszorg en onderwijs (streeft niet naar winst)
Slide 4 - Tekstslide
Waaruit bestaat de beroepsbevolking?
Waaruit bestaat de beroepsbevolking?
A
Mensen die een baan zoeken in de marktsector
B
Mensen die een baan hebben in de collectieve sector
C
Mensen die betaald werk hebben in de markt of coll sector
D
Mensen de betaald werk hebben of op zoek zijn naar een baan
Slide 5 - Quizvraag
Welke instellingen horen bij de collectieve sector? Meerdere antwoorden mogelijk
A
Autofabrieken
B
Belastingdienst
C
Landbouwbedrijven
D
MBO scholen
Slide 6 - Quizvraag
Er zijn 4 productiesectoren:
Primaire sector: landbouw, mijnbouw & visserij.
Secundaire sector: industrie & bouw.
Tertiaire sector: commerciële dienstverlening (bijv. kapper, marktkoopman, winkels en horeca))
Quartaire sector: niet-commerciële dienstverlening (bijv. leraar, politieman, arts en brandweer))
Welke sector behoort tot particuliere sector?
Let op bij vraag 4
1-2 en 3. Produceren van goederen en diensten ( met doel om winst te maken)
Slide 7 - Tekstslide
Supermarkten horen bij de quartaire sector.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Hoogovens, staalfabriek, hoort bij secundaire sector.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Productiefactoren
Slide 10 - Tekstslide
Verpleeghuizen maken deel uit van de quartaire sector.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
ondernemer
Iemand die de productiefactoren Kapitaal, Arbeid en Natuur combineert met als doel (maximale) winst.
Daarmee is hij/zij de vierde productiefactor:
Ondernemerschap.
Slide 12 - Tekstslide
Sleep de woorden naar de juiste plek.
Coen plukt appels bij de boer. Welke productiefactor??
De boer betaalt Coen daarvoor..?
De boer zelf gebruikt de factor...
De boer is geen eigenaar en betaalt voor het gebruik van de grond...
De boer bewerkt het land met een tractor. Dat is een...
Natuur
Huur
Arbeid
Loon
Kapitaalgoed
Slide 13 - Sleepvraag
Stelling I: Ondernemerschap kun je als vierde productiefactor beschouwen, omdat er zonder ondernemers niet geproduceerd kan worden. Stelling II: Een ondernemer zorgt voor de productiefactor kapitaalgoederen.
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Sleep de woorden naar de juiste plek.
Kees maakt zaterdag de bakkerij schoon. Welke productiefactor??
Nicole betaalt Kees ..?
De ovens in de bakkerij zijn...
Nicole heeft ovens gekocht voor haar bakkerij en heeft geld geleend. Zij betaalt .... voor deze lening
Kapitaalgoederen
Arbeid
Loon
Rente
Slide 15 - Sleepvraag
Wit werk
betaald werk, waarover belasting en sociale premies wordt betaald
Grijs / zwart werk
- grijs werk: onbetaald werk
- zwart werk: betaald werk, zonder belasting en sociale premies te betalen.
Dit is strafbaar!
Slide 16 - Tekstslide
Betaald werk waarbij je belasting betaald, rekent de overheid tot de productie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Vrijwilligerswerk rekent de overheid ook tot de productie.