7 Centrummaten

Centrummaten

In dit onderdeel leer je:

• wat kengetallen zijn
• wat centrummaten zijn
• hoe je het rekenkundig gemiddelde berekent uit een frequentietabel


• hoe je de mediaan berekent uit een frequentietabel 
• hoe je de modus bepaalt
• wat uitschieters zijn
• de eigenschappen van de verschillende centrummaten
• de commando's om in GeoGebra de centrummaten te berekenen.

• Je opent met GeoGebra het bestand 'Stukken fruit' waarin je reeds hebt gewerkt.
• Je bekijkt de video op de volgende slide tot 7m40s.
• Vanaf dan, voer je dezelfde handelingen uit in het door jou geopende GeoGebrabestand.
• In jouw schrift maak je een samenvatting van alle gebruikte commando's in het algebravenster en alle handelingen die je moet uitvoeren in het rekenblad.
• Tot slot, volgt er na de video in LessonUp, 4 oefeningen die je moet maken.

Oefening 1

Geef aan of de volgende uitspraken 

waar of vals zijn.

De mediaan is niet vatbaar voor uitschieters.

Als de leerkracht na een toets zegt dat je bij de betere helft van de klas hoort, dan ligt je score boven het gemiddelde.

Als je de punten van twee klassen van dezelfde richting voor een proefwerk wilt vergelijken, gebruik je de mediaan.

Als je wilt aantonen dat een bepaald gegeven het meest voorkomt, gebruik je de modus.

Het is mogelijk dat alle gegevens, op één na, kleiner zijn dan het gemiddelde.

Oefening 2

Welk centrummaat werd gebruikt bij de onderstaande onderzoeksresultaten?

Kinderen ontbijten vaker dan tieners.

De helft van de mensen heeft minstens drie
COVID-19-zelftesten gedaan in 2021.

Nederlanders zijn groter dan Belgen.

Oefening 3

In een bedrijf wordt op een dag bij alle bedienden geregistreerd hoeveel koppen koffie ze die dag hebben gedronken.

Het resultaat van dit onderzoek vinden jullie terug in de frequentietabel op de volgende slide.

Vul aan door gebruik te maken van de frequentietabel:

De helft van de bedienden dronk minstens ...... koppen

In een ander bedrijf werken 95 bedienden.
Schat hoeveel koppen koffie men daar per dag moet voorzien.

Oefening 4

De schijfdiagram op de volgende slide toont de grootte van de huishoudens in Vlaanderen in 2021. 

Het aantal huishoudens met meer dan 6 personen werd niet opgenomen in het onderzoek.

Bepaal de modus en geef de betekenis.

Hoe groot is het gemiddelde huishouden in Vlaanderen?

Bepaal de mediaan en geef de betekenis.