1.2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom 2C

Economie en Geld 1.2

Pincode

11-09-2024

Mark Barnhoorn

Programma

Terugblik vorige les

Huiswerk bespreken

Leerdoelen

Theorie

Aan de slag

Terugblik

- Wat heb jij met Economie te maken?

- Wat zijn consumenten?
- Wat hebben bedrijven en de overheid met EC te maken. 

Leerdoelen

Je leert in deze paragraaf:

• over ruil en het ontstaan van geld.
  
• welke soorten geld er zijn.
  
• hoe je met verschillende soorten geld kunt betalen.
  
• hoe je kunt berekenen hoeveel geld er op je bankrekening staat.

HW 1.1

Ruilen

Directe ruil = Product ruilen voor een ander product.

indirecte ruil=

Product ruilen met geld

Geld wordt gebruikt

als Ruilmiddel

Geld 

Chartaal geld= munten en briefjesgeld

Geen munten van 1 of 2 cent in NL

Giraal geld= Elektronisch geld 

Steeds vaker gebruikt

Geld op je rekening

Tegenwoordig betalen zonder code, mobiel en smartwatch 

Giraal geld is "onzichtbaar" . Pas via je bank-app zie je hoeveel geld op je rekening staat (Saldo)

Positief saldo = tegoed ( je kan het uitgeven)

Negatief saldo = Tekort ( je staat in het rood)

Rekenen

Nieuwe saldo= oud saldo + ontvangsten - Uitgaven

Oud saldo = 100 euro tegoed

Bij                     30 euro +    ( bijvoorbeeld zakgeld)

Af                      40 euro -     ( bijvoorbeeld telefoonabonnement)

Nieuw saldo = 90 euro tegoed

Aan de slag

Opdrachten van 1.2 blz. 16

tot 10:20 (ongeveer)

Zelfstandig aan de slag

Vragen? Ik loop rond 

Klaar? herhalingsopdrachten 1.2 

Afsluiter

Wat is het verschil tussen Chartaal en Giraal geld?

Op welke verschillende manieren kun je betalen? 

Hoe bereken je je nieuwe saldo?