Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatik IDEWIS - Feesttenten onv. tegenw. tijd
Regelmatige ww in
het Duits. Hoe maak je
die?
1 / 20
volgende
Slide 1:
Woordweb
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Regelmatige ww in
het Duits. Hoe maak je
die?
Slide 1 - Woordweb
Hoe maak je in het Duits de stam van een werkwoord?
Slide 2 - Open vraag
En waar staat de afkorting IDEWIS voor?
Slide 3 - Open vraag
Oefenen met de FEESTTENTEN-REGEL
Slide 4 - Tekstslide
Ezelsbruggetje
Slide 5 - Tekstslide
2.
IDEWIS -FEESTTENTEN
I
D
E
W
I
S
PRS VNW
E
ST
T
EN
T
EN
UITGANG
1
2
1
2
1
2
FE
HOOFDREGEL:
1.
stam +
Slide 6 - Tekstslide
I
D
E
W
I
S
PRS VNW
E
ST
T
EN
T
EN
UITGANG
1
2
1
2
1
2
FE
HOOFDREGEL: stam = hele werkwoord -en
Dus bijv. mach
en
= mach
IDEWIS = de eerste letters van het Duitse pers. vnw
En met FEESTTENTENREGEL MAAK JE DE UITGANGEN ACHTER DE STAM
Slide 7 - Tekstslide
2.
IDEWIS -FEESTTENTEN
I
D
E
W
I
S
PRS VNW
E
ST
T
EN
T
EN
UITGANG
1
2
1
2
1
2
FE
HOOFDREGEL:
1.
stam +
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
spielen = stam
spiel
en
Slide 10 - Tekstslide
ich
du
er
wir
ihr
sie
sie
es
Sie
wij
jij
zij
jullie
het
hij
zij
ik
u
Slide 11 - Sleepvraag
machen - maken / doen
ik maak =
A
ich macht
B
ich machst
C
ich mache
D
ich machen
Slide 12 - Quizvraag
kochen - koken
hij kookt =
A
er kochen
B
er kochst
C
er koche
D
er kocht
Slide 13 - Quizvraag
surfen - surfen
U surft =
A
Sie surft
B
sie surfe
C
sie surfen
D
Sie surfen
Slide 14 - Quizvraag
bestellen - bestellen
De vrouw bestelt een boek =
A
Die Frau bestelle ein Buch.
B
Die Frau bestellst ein Buch.
C
Die Frau bestellen ein Buch.
D
Die Frau bestellt ein Buch.
Slide 15 - Quizvraag
lachen - lachen
Over deze grap lachen jullie luid. =
A
Über diesen Witz lacht ihr laut.
B
Über diesen Witz lacht er laut.
C
Über diesen Witz lache ich laut.
D
Über diesen Witz lachst du laut.
Slide 16 - Quizvraag
bauen - bouwen
Waar bouw jij jouw nieuwe huis? =
A
Wo baut ihr dein neues Haus?
B
Wo baut er dein neues Haus?
C
Wo baust du dein neues Haus?
D
Wo bauen Sie Ihr neues Haus?
Slide 17 - Quizvraag
Üben - oefenen
timer
3:00
Slide 18 - Tekstslide
Wat heb je vandaag geleerd? Wat neem je mee?
Slide 19 - Open vraag
Plusopdracht:
Maak een stappenplan voor dit onderwerp. Hoe kom jij tot het uiteindelijke antwoord?
Mijn stappenplan regelmatige werkwoorden:
1. .............
2. ............
3. ............
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Grammatik IDEWIS - Feesttenten onv. tegenw. tijd
Oktober 2023
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
2(A)HA 3-3 feesttenten
Februari 2022
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Zwakke werkwoorden
14 dagen geleden
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Haben, sein, idewis und feesttenten
November 2022
- Les met
41 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
HV2 Verben ott-volt deelw incl haben | sein | d/t | s-klank
Maart 2022
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
1/2T feesttenten
Februari 2022
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2e Proefwerk Duits H2
September 2023
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Kapitel 5 Lektion 2
December 2021
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2