les 6 B5 en B7 thema 6

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop alvast opstarten en inloggen bij lessonup, daarna je laptop omdraaien (met scherm naar de docent).
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop alvast opstarten en inloggen bij lessonup, daarna je laptop omdraaien (met scherm naar de docent).
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
-Terugblik doelen vorige les.
-Uitleg nieuwe doelen thema 6 B7 (voor vwo).   
-Opdrachten maken.   
-Afsluiten; hoe is het deze les gegaan? 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is uitputting?
A
Grondstoffen uit het milieu halen
B
Grondstoffen aan het milieu toevoegen
C
Afvalstoffen uit het milieu halen
D
Afvalstoffen aan het milieu toevoegen

Slide 3 - Quizvraag

De bodem heeft een tekort aan mineralen door teveel gebruik in de landbouw
A
aantasting
B
uitputting
C
vervuiling
D
verkaveling

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het plaatje
een voorbeeld van?
A
uitputting
B
aantasting
C
vervuiling
D
overbevolking

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een oorzaak van uitputting?
A
Boskap
B
Gebruik van ijzererts voor menselijke doeleinden
C
Lekken van olie in de zee

Slide 6 - Quizvraag

Wat is aantasting van het milieu?
A
alleen vervuiling
B
alleen uitputting
C
allebei

Slide 7 - Quizvraag

Wat is géén gevolg van milieuproblemen
A
Aantasting
B
Vervuiling
C
Overbevolking
D
Uitputting

Slide 8 - Quizvraag

* Hoe wordt het verschijnsel genoemd dat de opwarming van
de aarde veroorzaakt?
* En welke verandering in de samenstelling van de atmosfeer
draagt bij aan deze klimaatverandering?
A
* versterkt broeikaseffect * toename van koolstofdioxide
B
* versterkt broeikaseffect * toename van stikstof
C
* broeikaseffect * toename van koolstofdioxide
D
* broeikaseffect * toename van stikstof

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een oorzaak van klimaatverandering?
A
Toenemend gebruik van fossiele brandstoffen
B
Toename koolstof-dioxide in de dampkring
C
Stijging van broeikas-gassen in de atmosfeer.
D
Tegenhouden warmte- straling door dampkring

Slide 10 - Quizvraag

De leerdoelen voor deze week: 
-Je kunt enkele oorzaken en gevolgen van uitputting en vervuiling beschrijven.

-Je kunt enkele oorzaken en gevolgen van klimaatverandering beschrijven.

En voor vwo ook:
-Je kunt de energiestroom in een ecosysteem beschrijven.



Slide 11 - Tekstslide

Havo gaat aan het werk.
-Te lezen / bestuderen de tekst van B5 
-Te maken: B5 opdr 1 t/m 10 afmaken  
-Antwoorden van de opdrachten controleren  
-Formatief toetsen van de leerdoelen met 
  • de flitskaarten en 
  • de test je zelf.
Laatste 10 minuten doen we weer met z'n allen klasikaal.

Slide 12 - Tekstslide

autotroof en heterotroof
  • Autotroof betekent zelfvoedend, kan uit anorganische moleculen organische moleculen maken.

  • Heterotroof betekent dat een ander nodig is om organische stof te krijgen, moet dus organische stoffen opnemen.

Slide 13 - Tekstslide

producent: autotroof (plant)
consumenten : heterotroof (dier)

Slide 14 - Tekstslide

Autotroof
Heterotroof

Slide 15 - Tekstslide

Zie afbeelding; Autotroof of heterotroof?
A
autotroof
B
heterotroof

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent autotroof?
A
Zelf organische stoffen maken
B
Leven van andere organismen
C
Voedsel kunnen bewerken
D
Anders

Slide 17 - Quizvraag

Je moet de energiestroom in een ecosysteem kunnen beschrijven. 

  • De verschillende schakels van een voedselketen noemt men trofische niveaus.
  • Producenten zijn het eerste trofische niveau, consumenten 1e orde het tweede trofische niveau, etc.
  • Als organismen opgegeten worden, worden hun energierijke stoffen doorgegeven aan het volgende trofische niveau.

Slide 18 - Tekstslide

Je moet de energiestroom in een ecosysteem kunnen beschrijven.

Energie gaat verloren.

  • Elk organisme verbruikt energie
  • Energie komt vrij als warmte en verlaat het organisme
  • Elke trofische schakel bevat minder energierijke stoffen

Slide 19 - Tekstslide

Je moet de energiestroom in een ecosysteem kunnen beschrijven.

Slide 20 - Tekstslide

eerste trofische niveau
tweede trofische niveau
derde trofische niveau
vierde trofische niveau

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

timer
10:00
Leerdoelen:
-Je kunt enkele oorzaken en gevolgen van uitputting en vervuiling beschrijven.

-Je kunt enkele oorzaken en gevolgen van klimaatverandering beschrijven.
En voor vwo ook:
-Je kunt de energiestroom in een ecosysteem beschrijven.


Kun je bereiken door:
-De tekst van thema 6 basisstof 5 te lezen/bestuderen.
-Te maken: Basisstof 5 opdracht 1 t/m 10 en vwo ook B7 opdracht 1 t/m 5. 
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.




  Na afloop nog een paar (4) vragen via lessonup.  
Zorg dat je om 11.40 uur klaar zit met de lessonup open.

Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting.
Wat nog niet af is van de studiewijzer van deze week is huiswerk voor de 1e les van volgende week. (maandag)

Wat heb je geleerd deze les, alles duidelijk?

Zo niet gebruik dan de volgende links in lessonup om extra te oefenen.

Slide 24 - Tekstslide

Planten halen koolstof uit de lucht in de vorm van:
A
Koolstofmonoxide
B
Koolstofdioxide
C
Koolstoftrioxide
D
Koolstoftetraoxide

Slide 27 - Quizvraag

Bij welke piramide is de volgende schakel altijd kleiner?
A
Piramide van aantallen
B
Piramide van biomass

Slide 28 - Quizvraag

Waar kun je biomassa mee vergelijken?
A
Water
B
Glucose
C
Gewicht
D
Fotosynthese

Slide 29 - Quizvraag

Wordt de hoeveelheid biomassa in de volgende schakel kleiner of groter?
A
Kleiner
B
Groter
C
Blijft gelijk
D
Verschilt per ecosysteem

Slide 30 - Quizvraag


Dit is het einde van deze les.

In je agenda gezet wat je gaat of moet doen?

Tot maandag.
  


Slide 31 - Tekstslide