12.2 Het zit in de familie

Voorkennis 12.2
Het kunnen oprollen van je tong is een dominante eigenschap (R). Mensen die dit niet kunnen zijn dus homozygoot recessief.

1.  Welke genotype heeft iemand die homozygoot recessief is?
2. Een man die zijn tong wel kan oprollen krijgt een kind samen met een vrouw die dit niet kan. Beide ouders zijn homozygoot. Maak het bijbehorende kruisingsschema. 
3. Hoe groot is de kans dat het kind wel kan tongrollen? 
timer
4:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voorkennis 12.2
Het kunnen oprollen van je tong is een dominante eigenschap (R). Mensen die dit niet kunnen zijn dus homozygoot recessief.

1.  Welke genotype heeft iemand die homozygoot recessief is?
2. Een man die zijn tong wel kan oprollen krijgt een kind samen met een vrouw die dit niet kan. Beide ouders zijn homozygoot. Maak het bijbehorende kruisingsschema. 
3. Hoe groot is de kans dat het kind wel kan tongrollen? 
timer
4:00

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe aandoeningen overerven.
Je kunt eigenschappen in een stamboom weergeven.
Je kunt uitleggen wat het belang is van stamboomonderzoek. 

Slide 2 - Tekstslide

Een erfelijke aandoening krijgen

Wordt veroorzaakt door fouten in de genen. Meestal zijn er meerdere genen betrokken. 

Monogeen: als een aandoening veroorzaakt wordt door een fout op één gen.

Slide 3 - Tekstslide

Recessieve overerving
Komt pas tot uiting als je van beide ouders een recessief gen erft. 
Persoon die heterozygoot is -> gezond, maar drager 

Vader, moeder, jongetje met oranje shirt en gele shirt zijn dragers. 

Slide 4 - Tekstslide

Oefenen
PKU is een stofwisselingsziekte die recessief wordt overgeërfd. 
Beide ouders zijn heterozygoot. 

a. Wat zijn de genotypen van de ouders?
b. Zijn de ouders gezond of ziek? En zijn de ouders drager? ja/nee 
c. Maak een kruisingsschema en bereken de kans dat de ouders een kind krijgen met PKU. 

Slide 5 - Tekstslide

Dominante overerving

Wordt veroorzaakt door een dominant allel. 
Komt tot uiting als je het dominante allel hebt (heterozygoot of homozygoot dominant)

Geen dragers!

Slide 6 - Tekstslide

Oefenen
De ziekte van Huntington is een dominant-overervende ziekte waarbij bepaalde delen van de hersenen worden aangetast door uitval van hersencellen. Moeder is homozygoot recessief en vader is heterozygoot.

a. Wat zijn de genotypen van de ouders?
b. Zijn de ouders gezond of ziek? 
c. Maak een kruisingsschema en bereken de kans dat de ouders een kind krijgen met de ziekte van Huntington. 

Slide 7 - Tekstslide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 12.2
Maken: opdracht 1 t/m 12

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf (H11 + 12.1 en 12.2)
timer
8:00

Slide 8 - Tekstslide

12.2 les 2 

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen hoe aandoeningen overerven.
- Je kunt eigenschappen in een stamboom weergeven.
- Je kunt uitleggen wat het belang is van stamboomonderzoek. 

Slide 10 - Tekstslide

x-chromosomale overerving
= geslachsgebonden recessieve overerving
Het gen voor de aandoening ligt op het x-chromosoom en is recessief. 



Slide 11 - Tekstslide

Oefenen
Kleurenblindheid erft x-chromosomaal over en is recessief. 
Een vader met kleurenblindheid en een moeder die heterozygoot dominant is, krijgen samen een kind. 

a. Wat is het genotype van beide ouders?
b. Maak een kruisingsschema en bereken de kans dat deze ouders een kleurenblinde zoon krijgen. 

Slide 12 - Tekstslide

Stambomen
D.m.v. een stamboom kun je er vaak achter komen of een eigenschap recessief of dominant is en dus berekenen hoe groot de kans is om een aandoening/eigenschap te erven

2 gezonde ouders met een ziek kind  -> aandoening is recessief en de ouders zijn drager (heterozygoot)

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen
In de afbeelding is een stamboom de overerving van albinisme bij een gezin weergegeven. De ouders uit dit gezin krijgen krijgen een vierde kind (?). Hoe groot is de kans dat dit kind albinisme heeft? Maak een kruisingsschema.

Slide 14 - Tekstslide

Stamboom-onderzoek
Onderzoek naar erfelijke aandoeningen in de familie. 

Wordt vaak gedaan wanneer er ernstige aandoeningen in de familie zijn. 

Doel: vroegtijdig behandelen 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Stellingen
1. Zou jij willen weten of je kindje een erfelijke aandoening heeft of niet?
2. Zou jij het willen weten als je een verhoogde kans hebt op bijvoorbeeld erfelijke borst- of darmkanker?

Slide 17 - Tekstslide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 12.2
Maken: opdracht 13 t/m 21

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf (H11 + 12.1 en 12.2)
timer
8:00

Slide 18 - Tekstslide