9.2 Oorzaken van criminaliteit

Oorzaken van criminaliteit

Lesdoelen

1. Ik ken verschillende risicofactoren van criminaliteit. 
2. Ik kan verschillende uitkomsten benoemen van politiecijfers over misdrijven. 

risicofactoren (persoonlijke kenmerken):

1. Slechte opvoeding
2. Groepsdruk
3. Alcohol of drugs 
4. spijbelen en schooluitval
5. biologische factoren

Risicofactoren

Omstandigheden die de kans op crimineel gedrag vergroten.

risicofactoren (maatschappelijke omstandigheden)

1. Slechte leefomstandigheden
2. Minder strenge normen dan vroeger 
3. Minder sociale controle 

Opvallende cijfers

1. Jongens en mannen komen veel vaker in aanraking met de politie dan meisjes en vrouwen. 
2. Vaak jongeren tussen de 15 en 25
3. Mensen met een niet westerse migratie-achtergrond zijn vaker verdachte.

Over de streep 

1. De docent leest een stelling of situatie voor. Als je  het ermee eens bent, stapt je over de streep. 
2. Na elke stelling moeten jullie de keuze kunnen toelichten en bespreken we de antwoorden zonder te oordelen.

“Als je in een wijk woont met veel criminaliteit, is de kans groter dat je zelf ook de wet overtreedt.”

“Ik ken iemand in mijn omgeving die met criminaliteit te maken heeft gehad.”

“Ik heb me wel eens in de steek gelaten gevoeld door de maatschappij of door volwassenen om me heen.”

“Ik vind dat sommige beroepen mensen sneller in de verleiding brengen om iets crimineels te doen.”

Lesdoelen check