1. Meerkeuzevragen (Multiple Choice):
• Leerlingen krijgen een stuk tekst en moeten kiezen uit verschillende opties welk antwoord het meest geschikt is.
• Aanpak: Lees de vraag zorgvuldig en bekijk alle opties voordat je een keuze maakt. Elimineer eerst onjuiste antwoorden om de kans op succes te vergroten.
2. Waar/Niet waar-vragen (True/False):
• Leerlingen krijgen beweringen over de tekst en moeten bepalen of deze waar (vermeld in de tekst) of niet waar (niet vermeld in de tekst) zijn.
• Aanpak: Lees de beweringen en de relevante delen van de tekst zorgvuldig door om te controleren of ze overeenkomen. Wees op je hoede voor subtiliteiten.
3. Gatentekst-vragen (Cloze):
• Leerlingen krijgen een tekst waarin bepaalde woorden of zinnen ontbreken. Ze moeten de ontbrekende elementen invullen op basis van de context.
• Aanpak: Lees de tekst eerst in zijn geheel om de context te begrijpen. Probeer dan in te schatten welke woorden of zinnen passen op basis van de betekenis en grammaticale structuur.
4. Open vragen (Open-ended):
• Leerlingen moeten uitgebreid antwoorden geven op vragen over de tekst, meestal in complete zinnen.
• Aanpak: Lees de vraag zorgvuldig en baseer je antwoord op specifieke details en informatie uit de tekst. Gebruik correcte grammatica en structuur.