Woordsoorten 2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

LES 5.3 Woordsoorten 2

Wat weet je nog van de vorige les?

Wat zijn lidwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Wat is een werkwoord precies?

Een werkwoord is:

1. Een ander woord voor het onderwerp
2. Een doe-woord
3. Een woord dat aangeeft welk werk iemand doet
4. Een woord dat je weg kan laten uit een zin

Werkwoorden:
Wat kan een werkwoord wél, en andere woorsoorten niet?

1. Je kan een werkwoord in meervoud zetten
2. Je kan een werkwoord vervoegen
3. Je kan een verkleinwoord maken van een werkwoord
4. Je kan er een lidwoord voor zetten

Wat is GEEN voorzetsel?

1. hier
2. in
3. tussen
4. op

Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.

'Woordsoorten' is

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. voorzetsel

Wat is geen bijvoeglijk naamwoord?

1. begaan
2. beleefd
3. beroemd
4. bezorgd

Bijvoeglijk gebruikte werkwoorden

De bestelde boodschappen

Bijvoeglijk gebruikte werkwoorden

Zegt iets over het zelfstandig naamwoord

Het/ een gebouwd(e) huis

De/ een gebruikte handdoek

regel 

Schrijf een bijvoeglijk gebruikt werkwoord zo kort mogelijk

maar.........

De klank mag niet veranderen.

Welk woord is een bijvoeglijk gebruikt werkwoord?

Zondag gaan wij naar de verlichte markt in Antwerpen.

1. Zondag
2. gaan
3. verlichte
4. markt

Verwijswoorden

Verwijswoorden

Soorten verwijswoorden

Verwijswoorden

Verwijswoorden

• Verwijswoorden geven geen tekstverband aan.
• Ze verwijzen naar eerdere of latere woorden, zinsdelen of zinnen in de tekst.
• Het verwijswoord kun je meestal vervangen door het woord waar het naar verwijst.
• Veelvoorkomende verwijswoorden: deze, dit, die, het, ze, hen, hun 

Wat zijn verwijswoorden?

1. Woorden die verwijzen naar andere woorden
2. Woorden die je kunt aanwijzen in een tekst
3. Woorden zoals omdat, maar, dus en bijvoorbeeld
4. Woorden zoals ze, hij, er, men

Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?

Welke verwijswoorden gebruik je bij de-woorden?

1. dit
2. deze
3. die
4. dat

Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?

Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?

1. dit
2. deze
3. die
4. dat

Cement in de zin

Met een voegwoord verbind je twee zinnen aan elkaar.

Bekende voegwoorden zijn:

en, maar, want, of, omdat, als , hoewel etc.

Voegwoorden

Vaak staat er een komma voor een voegwoord, maar niet altijd!

Als je een voegwoord weglaat, houd je twee zinnen over.

Een voegwoord kan aan het begin van een zin staan of in het midden. 

Bij het voegwoord EN gaat het om een opsomming. 

Bij het voegwoord MAAR gaat het om een tegenstelling.

Bij het voegwoord WANT gaat het om een reden.

Bij het voegwoord OF gaat het om een keuze.

Bij het voegwoord DUS gaat het om een conclusie.

Wat is het juiste voegwoord?
Mijn werkzaamheden in het restaurant zijn: afwassen ... bedienen.

1. dus
2. en
3. maar
4. want

Wat is het voegwoord in deze zin?
Hij wil wel naar de bioscoop, maar hij heeft geen geld.

1. wel
2. bioscoop
3. maar
4. geen

Wat is het voegwoord?
Karin was niet op school, omdat ze ziek was.

1. niet
2. op
3. omdat
4. was

Voegwrd: verbindt twee zinnen met elkaar

Aan de slag

- 02 Spelling – Bijvoeglijk gebruikte w.w.

+

- 01 Grammatica – Verwijswoorden en voegwoorden