3. Oktober 2024/Tag der deutschen Einheit

10 Minuten still lesen:
Was?
- Lies Tipp 1, 2 und 3 zu Text D zu Kapitel 2


1. Was bedeutet: einen Schluckauf loswerden (Titel).
2. Erzähle (vertel) auf Niederländisch was die drei Tipps beinhalten (inhouden).

timer
10:00
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

10 Minuten still lesen:
Was?
- Lies Tipp 1, 2 und 3 zu Text D zu Kapitel 2


1. Was bedeutet: einen Schluckauf loswerden (Titel).
2. Erzähle (vertel) auf Niederländisch was die drei Tipps beinhalten (inhouden).

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les
  •  Weet je wat de 'Tag der Deutschen Einheit' betekent.




Slide 2 - Tekstslide

die Hausaufgaben
Gelernt:
  • Kapitel 1: Lernübersicht Lernliste und Grammatik
  • Kapitel 2: Lernliste N-D helemaal
  • Kapitel 2: Lernliste D-N Teil helemaal



































































Gemacht
  •  die Aufgabe 18, 19 und 20 zu E Grammatik Kapitel 2


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide



Verdeling Duitsland na de 2de wereldoorlog

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

3. OKTOBER – DER DEUTSCHE NATIONALFEIERTAG
Der 3. Oktober ist ein besonderer Feiertag in Deutschland. An diesem Tag haben die Menschen frei und feiern gemeinsam. Seit 34 Jahren ist der 3.
Oktober Nationalfeiertag. Jedes Jahr findet in einer anderen Stadt eine große Feier statt. Aber was feiern die Deutschen eigentlich am 3. Oktober?

Slide 7 - Tekstslide

AUFGABE 1:

 WORTSCHATZ UND LÜCKENTEXT – WAS
FEIERN DIE DEUTSCHEN?

Hilfsmittel: Wörterbuch
a. Übersetze zuerst die Wörter.

b. Fülle dann die Lücken mit den richtigen Wörtern aus der Wörterliste.
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

AUFGABE 2: HÖRVERSTEHEN – GESCHICHTE DER
WIEDERVEREINIGUNG

Am Tag der deutschen Einheit wird die Wiedervereinigung der Deutschen Demokratischen Republik und der Bundesrepublik Deutschland gefeiert.
Lies zuerst die folgenden Aussagen. Sieh dir dann das Video an. Sind die
Aussagen richtig oder falsch? Verbessere die falschen Aussagen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Was hast du über dieses Thema gelernt?
zuerst zu zweit überlegen.
Dann im Plenum erzählen (auf Niederländisch)
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Aufgabe 32
1. Lies die Sätze. Höre dir dann das Gespräch an. Wähle, was gesagt wird.

2. Die Buchstaben vor den richtigen Sätzen bilden ein Wort. Welches?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Selbständig arbeiten
Was? Mache die Aufgabe 18, 19 und 20 zu E Grammatik Kapitel 2
Wie? im Buch
Mit wem? Alleine
Hilfsmittel: Lernliste N-D

Fertig? 
- Oefentoets K 1
- slim stampen Kapitel 1 (Wortschatz und Grammatik) und Kapitel 2 (Wortschatz),
- Lernliste N-D t/m ziek (Kapitel 2)



Slide 14 - Tekstslide

Aufgabe 1 Individuell
Noteer vragen in het Duits die je hierna aan een medeleerling gaat stellen. 
Kies 4 onderwerpen (4 vragen):
naam
hobby/vrije tijd
woonplaats
leeftijd
broers/zussen
lievelingsvak
huisdier


Aufgabe 2 zu zweit
Ga naast een klasgenoot zitten bij wie je vorig jaar niet in de klas zat.
  • Stel elkaar de vragen.
  • Geef elkaar feedback op zinsbouw, grammatica en uitspraak
  • Doe het gesprek nog een keer met de verbetertips



timer
3:00
timer
4:00

Slide 15 - Tekstslide

die Hausaufgaben
Gelernt:
  • Gelernt:
  • Kapitel 1: Lernübersicht Lernliste und Grammatik
  • Kapitel 2: Lernliste N-D helemaal
  • Kapitel 2: Lernliste D-N Teil helemaal





































































Gemacht
  •   die Aufgabe 18, 19 und 20 zu E Grammatik
An die Arbeit!

Slide 16 - Tekstslide

Was hast du heute gelernt?

Slide 17 - Tekstslide

Nächste Unterrichtsstunde:
Bitte mitnehmen
Laptop        Buch A        Heft              Kugelschreiber  

Slide 18 - Tekstslide

Aufgabe
1. Ga naar de grammatica achter in je boek en zoek de werkwoorden 'haben' en 'sein' op.
Ga 5 minuten leren.
2 Ga naar Lessonup - toets 'haben' en 'sein' en maak de opdrachten.

Fertig? 
Ga naar Kapitel 1, zoek op en noteer in je schrift:
1 het thema van het hoofdstuk 
2 welke soort woorden je haat leren (wat zijn de onderwerpen)
3 de grammaticaonderdelen
4 waar je over leert spreken
5 Fertig? Lerne die erste 10 Wörter der Lernliste.


Slide 19 - Tekstslide