H11

H11 Zuren en basen
11.4 Titreren
11.1 Zuren en zure oplossingen
11.2 Basen en basische oplossingen
11.3 Zuur-basereacties

Week 2  (10 jan - 15 jan) TOETS
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H11 Zuren en basen
11.4 Titreren
11.1 Zuren en zure oplossingen
11.2 Basen en basische oplossingen
11.3 Zuur-basereacties

Week 2  (10 jan - 15 jan) TOETS

Slide 1 - Tekstslide

CT4nsk21
10-12-21 H11.4 en 11.1
15-12-21 H11.2 en 11.3

Slide 2 - Tekstslide

CT4nsk24
10-12-21 H11.4
14-12-21 H11.1
15-12-21 H11.2 en 11.3

Slide 3 - Tekstslide

11.4 Titrenen
Doel: Het bepalen hoeveel zuur/base er in een oplossing zit.

Slide 4 - Tekstslide

11.1 Zuren en zure oplossingen
Welke zuren zijn er?
Wat gebeurt er als een zuur in water oplost?
Welke eigenschappen hebben zure oplossingen?
Wat zegt de pH over de concentratie H+-ionen

Slide 5 - Tekstslide

Welke zuren zijn er?
https://www.examenblad.nl/examen/natuur-en-scheikunde-ii-vmbo-gl-en/2022
NASK2/K/7 Water, zuren en basen
Punt 5 & 6

Slide 6 - Tekstslide

Wat gebeurt er als een zuur in water oplost?
Oplosvergelijking
Beginstof --> Zuurdeeltje + Zuurrest-ion
Waterstofchloride (s) --> Zoutzuur (aq)
HCl (s) --> H+ (aq) + Cl-(aq)


Slide 7 - Tekstslide

Eigenschappen zuren
-zure smaak
-pH <7
- H+ ionen
- ontkalken of etsen
-Geleiden elektrische stroom (H+ aan de negatieve elektrode)

Slide 8 - Tekstslide

Zuurdeeltje en de pH
de concentratie is het aantal H+ deeltje in een oplossing
de pH geeft aan hoe zuur of base een stof is.

Bij elke pH stap omlaag wordt de concentratie 10 keer zuurder 
Dus 10 keer meer H+ ionen

Slide 9 - Tekstslide

11.2 Basen en basische oplossingen
Welke eigenschappen hebben basische oplossingen?
Welke bekende basische oplossingen zijn er?
Wat zegt de pH over basisch de oplossing is?

Slide 10 - Tekstslide

Bekende oplossingen?
https://www.examenblad.nl/examen/natuur-en-scheikunde-ii-vmbo-gl-en/2022
NASK2/K/7 Water, zuren en basen
Punt 5 & 6

Slide 11 - Tekstslide

Eigenschappen zouten
pH < 7
zeepachtig/glibberig
ontvetten
Geleiden stroom dus ionen.



Slide 12 - Tekstslide

basedeeltje en de pH
de concentratie is het aantal OH- deeltje in een oplossing
de pH geeft aan hoe zuur of base een stof is.

Bij elke pH stap omhoog wordt de concentratie 10 keer basisch


Slide 13 - Tekstslide

11.3 Zuur-basereactie
Welke basische ionen zijn er?
Wat is neutraliseren?
Welke standaard zuur-base reacties zijn er?
Hoe verloopt de zuur-base reactie als de base niet is opgelost?

Slide 14 - Tekstslide

Welke basische ionen zijn er?
Carbonaation
Hydroxide-ion
Oxide-ion

Slide 15 - Tekstslide

neutraliseren en zuur base-reactie
H+ + OH- --> H20
Zuur+ base --> Neutraal


Slide 16 - Tekstslide

Wim gebruikt een gootsteenontstopper waar natronloog in zit om een zure oplossing te neutraliseren. Wat is de reactievergelijking van de neutralisatie?
A
H+ + OH- -> H2O
B
2H+ + O2- -> 2H2O
C
2H+ + CO3 2- -> H2O + CO2
D
H+ + NH3 -> NH4 +

Slide 17 - Quizvraag

Met titreren
1 neutraliseer je een zure of basische stof
2 bepaal je de concentratie van een zure stof of basische stof
A
Alleen 1 is juist
B
Beide zijn juist
C
Alleen 2 is juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Zuur-base reactie met onopgeloste base
Bron 5.
salpeterzuur + magnesiumoxide --> Water + magneisumion
2H+ (aq) + MgO (s) --> H20 (l) + Mg2+ (aq)

Slide 19 - Tekstslide

Maak opdracht 24 blz 64.
Geef hier stap 7.

Slide 20 - Open vraag